opinie
Agnes Kant en Sadet Karabulut:

Scheiding overheid en religie ligt onder vuur

Dat de islam te pas en te onpas wordt betrokken bij allerlei maatschappelijke discussies is niet zozeer te wijten aan opdringerige moslims, maar vooral aan de overheid. Die kijkt steeds naar religieuze organisaties voor antwoorden op maatschappelijke problemen.

Het staat iedereen vrij om elke godsdienst aan te hangen. Of om niet voor een godsdienst te kiezen. Deze vrijheid vereist een neutrale overheid. Levensbeschouwing is een privézaak. In het ‘Tweeluik Religie en Publiek Domein’ dat vorige week verscheen blijkt echter dat het kabinet religie ziet als middel om het land te besturen. Omdat ‘velen van mening zijn dat de integratie van nieuwe Nederlanders bevorderd kan worden door hen via de religie te bereiken’.

Ook lokale overheden en overheidsinstellingen omarmen steeds vaker religieuze organisaties. In het bijzonder islamitische, maar ook evangelische. Zie bijvoorbeeld de subsidie voor aparte loketten voor mannen en vrouwen in een Utrechtse moskee. Of het initiatief van het Rotterdamse theater Zuidplein om op verzoek van komiek Salaheddine stoelen te reserveren voor moslima’s die niet naast mannen zouden willen zitten. In Deventer krijgt het Scharlaken koord, onderdeel van Heil des Volks, subsidie om prostituees door middel van evangelisatie uit het vak te halen. Ook Youth for Christ, die jongeren bekend en vertrouwd moet maken met Jezus Christus, krijgt van minister Rouvoet tonnen subsidie.

Overheden die religie inzetten als instrument om de integratie en participatie te bevorderen, bereiken het tegenovergestelde. Migranten worden als moslims benaderd en moslims worden als homogene groep apart behandeld. Veel migranten en hun kinderen zijn het echter zat om aangewezen te worden als lid van een aparte groep. Hun levensbeschouwelijke opvatting vormt slechts een deel van hun identiteit en niet de essentie ervan. Echter niet alleen orthodoxe imams en de PVV, maar ook de overheid dringt migranten die opvatting op.

Migranten - moslims en niet-moslims – woonden voor 2001 ook al in Nederland. De islam was er wel, maar het was geen big issue zoals vandaag de dag. Zoals neoconservatieven de aanslagen van 11 september 2001 aangrijpen om mensen tegen elkaar op te zetten en de botsing der culturen te prediken, gebruiken anderen de ‘nieuwe werkelijkheid’ juist om de rol van religie in het publieke domein uit te bouwen. Zo subsidieert de gemeente Rotterdam een islamdeskundige met omstreden boodschappen, die op kosten van de belastingbetaler de gemeente adviseert over integratie en burgerschap. PvdA-politici als Cohen, Marcouch en Bos zetten de toon met hun propaganda voor de liberale islam. Zij zoeken islamitische antwoorden op maatschappelijke problemen, praten met vertegenwoordigers van vertegenwoordigers. Alle andere problemen zoals segregatie, werkeloosheid, armoede, schooluitval en criminaliteit zijn ondergeschikt. Als ‘de moslims’ maar ‘de liberale islam’ ontdekken komt alles goed.

In ‘Religie en Publiek Domein’ bekent ook minister Van der Laan kleur. De aanpak van de gemeente Amsterdam staat hierin centraal. Burgemeester Cohen en stadsdeelvoorzitter Marcouch hebben hier juist de neutraliteit van de gemeentelijke overheid op de tocht gezet. Zie de mislukte projecten van Cohen met de Westermoskee, of het islamitisch cultureel centrum Marhaba. Of de actieve bemoeienis van Marcouch met de bouw van de bouw van een moskee in zijn stadsdeel. CDA-Kamerlid Schinkelshoek zei veelzeggend over dit rapport dat je ver terug moet om een minister van buiten het CDA zo positief over geloof, godsdienst en religie te horen spreken.

Gemeenschapsgeld moet worden ingezet voor het algemeen belang en ter bestrijding van maatschappelijke problemen. Religie is geen verlengstuk van overheidsbeleid. Waarom subsidiëren we taalles of huiswerkbegeleiding of gemeentelijke loketten in moskeeën? Dit zijn bij uitstek zaken die de overheid zélf moet organiseren, op scholen en in gemeente- en buurthuizen die voor iedereen toegankelijk zijn. De overheid heeft niets te zoeken in de moskee en de moskee moet geen rol spelen in het overheidsbeleid. Het loslaten van de scheiding van religie en staat wordt vaak gerechtvaardigd met het argument dat de islam een plek moet vinden in Europa en Nederland. Maar sinds wanneer is het een overheidstaak om religies een plek te geven? De overheid moet religies met rust laten zolang hun volgelingen de rechtsstaat respecteren, veel verder dient de bemoeienis niet te gaan.

De scheiding van religie en staat ligt in toenemende mate onder vuur. Politici die zich werkelijk willen inzetten voor de ontwikkeling en participatie van álle Nederlanders zouden die grens te vuur en te zwaard moeten verdedigen. Met haar laatste rapport heeft deze regering zich daarvoor gediskwalificeerd.

Betrokken SP'ers