Oekraïne is beter af als bufferstaat
Op 6 april mag de kiezer zich uitspreken over het associatieverdrag van de EU met Oekraïne. Vanaf de eerste campagnedag is er mist ontstaan over de betekenis van dit verdrag. Ik neem hier graag een aantal misverstanden weg en zal beargumenteren dat Oekraïne beter af is als bufferstaat tussen de EU en Rusland.
Misverstand 1: Dit is een gewoon handelsverdrag
Premier Rutte prees het verdrag in het televisieprogramma Buitenhof aan als een “gewoon handelsverdrag”, maar het is veel meer dan dat. Dit verdrag beoogt “geleidelijke convergentie op het vlak van buitenlands beleid en veiligheid” (art. 4). Het verdrag schrijft Oekraïne voor “zijn beleid geleidelijk aan te passen aan het beleid van de Europese Unie, overeenkomstig de leidende beginselen van macro-economische stabiliteit, gezonde overheidsfinanciën en een houdbare betalingsbalans” (art. 343).
Dergelijke bepalingen staan niet in gewone associatieverdragen, zoals bijvoorbeeld met Marokko. Dit verdrag lijkt meer op de verdragen die we met kandidaat-lidstaten van de EU sluiten als opstapje naar het lidmaatschap. Dat is overigens ook de legitieme wens van veel Oekraïeners, maar dat feit is niet verplichtend voor ons. De EU is in het verleden al uitgebreid met landen als Roemenië en Bulgarije, die volstrekt niet klaar waren voor het lidmaatschap.
Misverstand 2: In Oekraïne is iedereen voor dit verdrag
In de preambule van het verdrag staat dat “Oekraïne belang hecht aan zijn Europese identiteit” en dat rekening moet worden gehouden “met de krachtige steun van het volk in Oekraïne voor de Europese koers van het land”. Feitelijk is Oekraïne ernstig verdeeld over de oriëntatie richting oost of west. Die verdeeldheid wordt in het oosten van het land bloedig uitgevochten en heeft ruim 9.000 mensen het leven gekost. Van de bevolking is 30% etnisch Russisch of Russisch sprekend en het conflict heeft ruim 900.000 mensen (bron: OCHA) doen vluchten naar Rusland.
De bestaande verdeeldheid moet niet verder worden aangewakkerd, maar dat is precies wat dit verdrag doet. Als Oekraïne straks volledig in de invloedssfeer van de EU komt te liggen, zullen de inwoners met een andere oriëntatie zich in de steek gelaten voelen. Het conflict wordt dan niet opgelost en een deling van Oekraïne ligt dan op de loer.
Misverstand 3: Dit verdrag zal helpen de corruptie te bestrijden
Voor- en tegenstanders zijn het erover eens: Oekraïne kampt met enorme corruptie. Het land staat op plaats 130 van de corruptieranglijst van Transparency International. De Nederlandse scheepsbouwer Damen heeft zwaar verlies geleden op investeringen die door corruptie om zeep werden geholpen. Oekraïne komt via dit verdrag “in aanmerking voor financiële bijstand via de relevante EU-mechanismen en -instrumenten voor financiering” (art. 453). Als er één geldstroom is die corrumperend werkt, dan zijn het wel de EU-fondsen. Dat geld wordt nu al vaak ondoelmatig of zelfs onrechtmatig besteed. Voor de twintigste keer op rij heeft de Europese Rekenkamer de verantwoording van de Europese uitgaven afgekeurd. Europees geld naar Oekraïne laten vloeien, is vragen om problemen. Wij zien in het kader van corruptiebestrijding meer in het trainen van onafhankelijke rechters, het helpen opzetten van een goede belastingdienst en het versterken van de vrije pers en het vakbondswezen. Voor die zaken is dit verdrag niet nodig.
Misverstand 4: Uit internationale solidariteit moet je dit verdrag wel steunen
Internationale solidariteit is een mooi uitgangspunt, maar soms ook verwarrend. Voorstanders van het verdrag verwijzen graag naar de demonstranten op het Maidanplein; de vraag is echter waarvoor dat bonte gezelschap nu precies de straat op ging. In ieder geval demonstreerde men tegen de zittende regering van president Janoekovitsj, die echter wel via eerlijke verkiezingen aan de macht was gekomen. Bij die verkiezingen in 2010 was ik voor de OVSE verkiezingswaarnemer.
Solidariteit moeten we betrachten met alle groepen in Oekraïne en niet alleen met de mensen die bij ons deel van de wereld willen horen. Het is veelzeggend dat er niemand is veroordeeld voor de brandstichting in het vakbondsgebouw in Odessa, waarbij tientallen tegenstanders van de nieuwe machthebbers in Kiev omkwamen. Waarom mogen de tegenstanders van het huidige bewind in Kiev niet op onze steun rekenen?
Misverstand 5: Tegenstanders van het verdrag helpen Poetin
De uitbreiding van de EU en de NAVO in oostelijke richting wordt door Rusland opgevat als een directe bedreiging van de eigen veiligheid. Poetin gaf vorig jaar opdracht de veiligheidsstrategie te vernieuwen; in die nieuwe strategie wordt de NAVO opgevat als de “grootste bedreiging voor de nationale veiligheid” van Rusland. Groter zelfs dan het geweld in de Kaukasus en Centraal-Azië en ISIS.
Nog niet zo lang geleden probeerden de NAVO en de EU met Rusland samen te werken en werd de stabiliteit in de regio bevorderd. In 2008 beging de NAVO echter de historische fout door uit te spreken dat Oekraïne en Georgië “ooit lid zullen worden van de NAVO”. Bevroren conflicten raakten daarna ontdooid en de strijd om de Krim en het oosten van Oekraïne is er een uit een reeks. De kans dat er ook in Moldavië en wellicht zelfs de Baltische staten geweld uitbreekt, is gevaarlijk groot. Die strijd past goed in Poetins agenda en het zijn dus de voorstanders van het verdrag die Poetin op zijn wenken bedienen. Het zou veel beter zijn als Oekraïne een bufferstaat tussen oost en west zou blijven.
Het verdrag heeft neoliberaal karakter
Er zijn nog veel meer zaken die een tegenstem op 6 april ondersteunen. Als socialist verzet ik me vanzelfsprekend tegen het neoliberale karakter van dit verdrag, dat door het internationale bedrijfsleven natuurlijk zeer wordt gewenst. Het verdrag voorziet in privatiseren van overheidsbedrijven in Oekraïne en het liberaliseren van markten. Het kent een verbod op staatssteun (art. 262) en schrijft voor dat de EU ondersteuning biedt bij de promotie van export naar de EU (art. 379). Nederlandse vrachtwagenchauffeurs verloren eerder hun baan aan Poolse collega’s die hier gedetacheerd werden. De overblijvers verliezen straks hun baan aan Oekraïense chauffeurs.
Ondernemers als George Soros staan klaar om groot geld te gaan verdienen in Oekraïne en dat is ook de verklaring waarom hij bereid is tonnen in de ja-campagne te steken. Ongetwijfeld kijken ook Europese ondernemers verlangend uit naar de 45 miljoen consumenten die Oekraïne telt.
De kiezer zal zijn of haar eigen afweging moeten maken en voor mij geldt dat ik interne en externe stabiliteit van Oekraïne van doorslaggevend belang vind. In dit deel van de wereld kunnen we geen politieke experimenten gebruiken waar we de afloop niet van kennen. We hebben onze handen vol aan problemen in en aan de rand van de Europese Unie. Laten we ons daar eerst eens op concentreren.
Dit artikel verscheen eerder op de site van Internationale Spectator