Toekomstplan NAVO stelt teleur
Vorige week presenteerde de oud-minister van Buitenlandse Zaken van de VS, Albright namens haar commissie van deskundigen een voorstel voor het nieuwe strategisch concept van de NAVO. Het voorstel heet ‘NAVO 2020’ en is een grote teleurstelling.
Het voorstel beschrijft de gegroeide praktijk van de laatste tien jaar en benut niet de kansen die er zijn om het internationale recht te versterken, de terugtrekking uit Afghanistan te organiseren of de kernwapenarsenalen in de wereld sterk te verminderen. Met een horizon van tien jaar zou het daartoe gerust een poging hebben kunnen doen. Dat zou de vastgeroeste situatie van de rechtsorde en de veiligheidssituatie in de wereld een vruchtbare impuls tot verandering hebben kunnen geven. Nu is het niets van dat alles.
In de media is er de afgelopen week op tal van manieren uitleg gegeven aan dit plan voor een nieuwe NAVO-strategie. In het tv-programma Buitenhof werd afgelopen zondag de nadruk gelegd op het afzien van plannen om de NAVO een nog dominantere rol in de wereld te laten spelen dan al het geval is. Dat was ook de opvatting van de vice-voorzitter van de commissie Jeroen van der Veer, oud-topman van Shell, waarmee ik in Buitenhof de degens mocht kruisen. Zijn hoofdstelling is dat er veel gewonnen is dat de NAVO niet méér invloed in de veiligheidspolitiek in de wereld wil hebben.
Volgens Van der Veer ontbreekt daarvoor ‘public support’. Dat mag kloppen, maar de situatie van vandaag is dat de NAVO tot aan haar nek in de problemen van Afghanistan zit en geen idee heeft hoe daar uit te komen. Dat is een veel belangrijker probleem. Van der Veers verweer dat een aantal aanbevelingen van de commissie staan opgenomen die de situatie beschrijven in de periode na die oorlog is zowat wereldvreemd te noemen. Niets wijst in het rapport de NAVO de weg hoe van die oorlog af te komen. Mijn voorstel: terugtrekken voor het nog rampzaliger wordt.
De commissie van Albright komt wel met nieuwe taken voor de NAVO zoals het tegengaan van aanvallen via internet en het beschermen van de energiezekerheid voor de economieën van de NAVO-landen. Daarmee kunnen de vleugels toch nog uitgeslagen worden tot ver buiten het NAVO-grondgebied. Artikel 4 van de NAVO biedt zelfs een basis om na onderlinge consultatie militaire middelen in te zetten als dat nodig wordt geacht.
In het rapport wordt aandacht besteed aan de verbetering van de relatie met de Rusland, die een wereldspeler is op energiegebied. De kans op een aanval op Rusland lijkt me gering, daarvoor is dat land te sterk en te veel gericht op samenwerking met het Westen. Maar niet op andere – veel kleinere energieleverende landen. Ik had al twintig jaar lang de indruk dat bloed werd vergoten om olie, nu wordt het eerlijk toegegeven dat dit ook in de toekomst kan gebeuren. Dat is een onheilspellende gedachte.
In ‘NAVO 2020’ wordt ook het Amerikaanse raketschild omarmd maar blijft onduidelijk blijft hoe deze kostbare plannen moeten worden gefinancierd. Er is gewoon geld voor in deze crisistijden. De deskundigen uit de commissie Albright lijken zich bewust van de hachelijke financiële situatie van de NAVO-lidstaten maar doen geen bezuinigingsvoorstellen.
Het voorstel biedt geen breuk met het verleden of een visie op internationale samenwerking tot 2020. Het is daarom een gemiste kans om de NAVO echt aan te passen aan de veranderde wereld. Zolang de oorlog in Afghanistan niet is afgelopen en de NAVO daar blijft vechten, kan geen uitvoerbaar plan voor de NAVO tot 2020 worden opgesteld.
In de komende maanden worden de debatten gevoerd om tot een nieuwe NAVO-strategie te komen dat een breed draagvlak heeft. Voor mij staat als een paal boven water dat de discussie in Nederland in de komende maanden moet worden voortgezet. Daarbij gaat het om het beëindigen van de oorlog in Afghanistan, ontwapening in Europa en het beperken van de ambitie van de krijgsmacht. En ja, in tijden van crisis, komt zo’n bezuinigingsmogelijkheid goed van pas.