Onverstandig om klacht Chávez achteloos terzijde te schuiven
Nederland wil de Verenigde Staten stilzwijgend opnieuw langdurig toestemming geven om vanaf de Nederlandse Antillen en Aruba patrouillevluchten boven de Caribische Zee en Colombia uit te voeren in het kader van drugs- en guerrillabestrijding. Gezien de oplopende spanning in de regio kleven daar grote risico’s aan. Als het aan SPKamerlid Harry van Bommel ligt, gaat die verlenging niet door.
In de afgelopen maanden is het een paar keer tot een openlijke aanvaring gekomen tussen Nederland en Venezuela. President Hugo Chávez verwijt Nederland mee te werken aan Amerikaanse militaire intimidatie tegen zijn land vanaf de Nederlandse Antillen en Aruba. Tegelijkertijd jut hij de tegenstanders van Nederland op de eilanden op door te stellen dat zij eigenlijk onafhankelijk van koloniaal Nederland zouden moeten zijn. Minister Maxime Verhagen van Buitenlandse Zaken heeft de Venezolaanse ambassadeur op het matje geroepen. Op het eerste oog lijkt dit de gebruikelijke Zuid-Amerikaanse retoriek die verder niet veel om het lijf heeft. Nader beschouwd is er meer aan de hand.
De economische relatie tussen Venezuela en Nederland komt onder meer tot uiting door het leasen van de Isla, de voormalige Shell-raffinaderij in Willemstad, door Venezuela. Ik weet uit eigen ervaring welke vergiftiging van mens en milieu dat met zich meebrengt. De milieubeweging heeft vorige maand echter een reusachtige overwinning geboekt toen de rechter besliste dat de Isla een boete van 75 miljoen Antilliaanse gulden moet gaan betalen als het gezondheids- en milieunormen blijft overschrijden. Dat is een geweldige vooruitgang, maar dat kan het grote probleem met Chávez niet zijn. Voor het olierijke Venezuela is dit een schijntje.
Het echte probleem is tweeledig. Om te beginnen is er de herintroductie van de Amerikaanse vierde vloot in de Caribische zee de laatste jaren. Die levert geregeld oefeningen en vlootbezoeken in de haven van Willemstad op. Dat maakt Venezuela zenuwachtig, zeker in combinatie met het gebruik van de vliegvelden bij Willemstad en Oranjestad. Dat gebeurt in het kader van het Forward Operating Location-verdrag (FOL) tussen Nederland en de VS. Formeel is het doel van het FOL-verdrag drugs- en guerrillabestrijding, maar Chávez beschuldigt de VS ook van spionage en voorbereiding van een mogelijk inval. Het is bijzonder onverstandig om die klacht achteloos terzijde te schuiven. Tien jaar geleden besloot Nederland op Amerikaans verzoek in te stemmen met de FOL. Vanaf Curaçao en Aruba vliegen dagelijks Amerikaanse verkenningstoestellen over Colombia om drugstransporten in de gaten te houden. De SP was tien jaar geleden tegenstander van deze overeenkomst, omdat de strijd tegen drugs niet met militaire middelen is te winnen. Die strijd wordt daarmee alleen maar gewelddadiger. De schijn werd bovendien gewekt dat deze Amerikaanse bases bedoeld waren om de Amerikaanse machtspolitiek verder kracht bij te zetten. Dat beeld wordt versterkt nu de VS ook in Colombia kiest voor de inrichting van militaire bases. Venezuela wordt, bedoeld of onbedoeld, steeds meer omsingeld door Amerikaanse strijdkrachten.
De Nederlandse regering heeft nooit duidelijk kunnen maken wat het FOL-verdrag oplevert in de strijd tegen drugsproductie en -handel. Daarmee kan ze ook geen antwoord geven of het wel zin heeft door te gaan met deze wijze van patrouilleren. Dat zou absoluut de voorwaarde moeten zijn om verlenging te overwegen. Veel belangrijker nog is de vraag in hoeverre de Antillen en Aruba onderdeel kunnen worden van een conflict tussen de VS en Venezuela. Als vanaf de eilanden hand- en spandiensten worden geboden aan de VS ter voorbereiding van een dergelijk conflict, dan is dat deel van het Koninkrijk automatisch partij bij dat conflict. In ieder geval hebben inwoners van de eilanden geen enkel belang bij de oplopende spanning. Het is dus aan de Nederlandse regering om aan te tonen dat het FOLverdrag vruchten afwerpt bij de drugsbestrijding en dat de VS geen intenties heeft de spanning in de regio op te laten lopen. Aangezien de regering dat niet doet, kan van verlenging van het FOL-verdrag geen sprake zijn.
De Commissie Davids heeft onlangs in zijn onderzoek naar politieke Nederlandse steun aan de inval in Irak aangetoond dat loyaliteit aan de VS belangrijker werd geacht dan een rechtvaardiging van die inval. Die geschiedenis mag zich niet herhalen in het Caribische gebied. Natuurlijk zijn de Amerikanen onze bondgenoten bij veiligheid en drugsbestrijding en dat mag zo blijven. Als resultaten echter uitblijven en de veiligheid van delen van het Koninkrijk op het spel komen te staan, dan past uiterste terughoudendheid. Je moet juist je vrienden behoeden voor het maken van fouten.