Time for Change? Wordt er nucleair ontwapend?
Zal er onder president Obama een beleid van nucleaire ontwapening worden ingezet? Zijn toespraak in Praag begin april is zo opgevat door velen en het is zeker belangrijk dat de machtigste politicus ter wereld zich heeft uitgesproken voor nucleaire ontwapening. Maar er is een problematische verhouding tussen einddoelen en praktische beleidsstappen. Niet het minste probleem is dat van het ‘na U’ principe, dat er op neerkomt dat iedereen voor nucleaire ontwapening is, mits de ander als eerste stappen onderneemt.
Van belang is ook de praktische stand van zaken: momenteel heeft de VS de beschikking over 2700 direct inzetbare kernkoppen, waarvan 2500 strategisch. Van de 500 tactische kernbommen, bedoeld voor gebruik op korte afstand liggen er 200 in Europa in het kader van het NAVO nucleaire beleid (zie tabel). In Nederland liggen er tussen de 10 en 20 kernbommen.
Bron: FAS Strategic Security Blog, 9 februari 2009
Rusland zou 2700 inzetbare strategische kernkoppen bezitten. De reservevoorraden zoals beschreven in de tabel bestaan ook aan Russische kant. Het gaat om kernkoppen die geen draagsysteem hebben of bedoeld zijn voor ontmanteling. Die aantallen zijn veel kleiner dan de totale kernwapenvoorraden op het hoogtepunt van de Koude Oorlog: een slordige 45,000 voor Rusland in de tachtiger jaren, en zo een 32,000 voor de VS in de zestiger jaren.
Deze kolossale vermindering is zeker vooruitgang, maar de grote vraag is waar naar toe? De bestaande kernwapenmacht is nog steeds ruim voldoende om de wereld vele malen te vernietigen. Het maakt helaas niet zo vreselijk veel uit of men dat duizendmaal of honderdmaal kan doen. De gevolgen van een kernwapenoorlog blijven 'beschaving-beëindigend' . Alleen vermindering naar het nulpunt, zoals geëist door de anti-kernwapenbeweging, is eigenlijk acceptabel, indien de veiligheid van de mensheid voorop staat.
De algemene verklaringen voor nucleaire ontwapening, zoals die van minister Verhagen vorig jaar en president Obama dit jaar, zijn belangrijk. Maar nog belangrijker zijn de daadwerkelijke stappen. Minister Verhagen heeft inmiddels duidelijk gemaakt waar zijn grenzen liggen. Op vragen van kamerlid Harry van Bommel of hij bereid was om de Amerikaanse kernwapens te verwijderen van Nederlands grondgebied antwoordde hij als volgt: “Het NAVO-beleid heeft als uitgangspunt dat het bondgenootschap nucleaire capaciteit in Europa zal handhaven op het minimumniveau dat benodigd is voor de handhaving van vrede en stabiliteit. Wijziging van dit beleid kan slechts tot stand komen in goed overleg met alle bondgenoten. Eenzijdige ontwapening is op dit moment contraproductief.”
Na de verkiezingen zijn door de regering Obama wel een aantal stappen gezet. Er gaat serieus onderhandeld worden met Rusland over een nieuw verdrag om de aantallen kernwapens verder te verminderen. De VS heeft in feite al het niveau dat was afgesproken in de Moscow-overeenkomst van 2002, 2200 strategische kernkoppen, bereikt. Men wil nu de oude START-overeenkomst, die dit jaar afloopt, verlengen en nieuwe limieten vastleggen (volgens dat verdrag mogen VS en Rusland 6000 strategische kernkoppen operationeel houden). Tijdens een ontmoeting van de Russische en Amerikaanse ministers van buitenlandse zaken Lavrov en Clinton, begin maart in Genève, werd dit expliciet bevestigd. Het doel is om te komen tot een verifieerbare kernwapenmacht van 1000 kernkoppen aan beide zijden, voor het eind van 2009. De gedachte daarbij is dat de grootste kernmachten moeten aantonen dat ze serieus zijn over nucleaire ontwapening, willen ze een geloofwaardige positie innemen tijdens de toetsingsconferentie van het Non Proliferatie Verdrag, die in 2010 zal plaatsvinden. Die bijeenkomst wordt alom gezien als een laatste kans om via internationale afspraken de verdere verspreiding van kernwapens te verhinderen.
Ook de belofte van Obama om het nucleaire teststopverdrag te ratificeren is belangrijk – men verwacht daarover nog een harde strijd in de Senaat, die akkoord moet gaan. Maar de Amerikaanse regering handhaaft tegelijk een beleid, dat wijst op de handhaving van een weliswaar kleiner, maar robuust nucleair arsenaal. Zo verklaarde minister van defensie Gates begin mei dat de weg naar nucleaire ontwapening een lange is. Daarmee bevestigde hij eerdere verklaringen van Pentagon woordvoerders dat er in de Nuclear Posture Review (een beschrijving van de Amerikaanse nucleaire slagkracht) die begin 2010 zal worden bekend gemaakt, er geen verwijzing naar nucleaire ontwapening zou staan. Ook de plannen in de begroting van het Department of Energy om miljarden dollars uit geven voor het moderniseren van de bestaande kernwapens en de bouw van nieuwe kernwapeninstallaties betekenen dat er een groot gat bestaat tussen de beloftes van president Obama en de harde werkelijkheid.
De andere door Obama voorgestane stappen zijn grotendeels gericht tegen de proliferatie van kernwapens en wel door het bevriezen van de status quo (stop op kernproeven en splijtstofproductie) en het uitbreiden van strafmaatregelen tegen nieuwe kernwapenstaten. Verontrustend daarbij is het ontbreken in de Praag-toespraak van een verwijzing naar de bestaande fora voor ontwapeningsonderhandelingen, zoals de Conference on Disarmament, terwijl het onder president Bush geïnitieerde unilaterale Proliferation Security Initiative door Obama wel wordt genoemd. Als alleen de door Obama genoemde stappen worden uitgevoerd, dan duidt dat op een beleid waarbij de bestaande nucleaire slagkracht op een lager niveau wordt bevroren, terwijl een monopoliepositie voor splijtstofbezit wordt gecreëerd voor een klein aantal landen. Dat is niet genoeg om volgend jaar een consensus te creëren op de toetsingsconferentie van het Non Proliferatie Verdrag en vanzelfsprekend geen afdoende belofte voor nucleaire ontwapening. Om die rede is voortgezette steun aan de campagne van burgemeester Akiba voor een toevoeging (de Hiroshima-Nagasaki Protocol) aan het Non-Proliferatie Verdrag waarin wel zulke garanties gegeven worden, van groot belang.