NMa moet misbruik van marktmacht opsporen
Wie in tijden van economische neergang opdrachten binnensleept, moet na levering zijn geld nog zien te incasseren. Dat is een hele klus, want niet alleen grootbedrijven maar vooral ook overheden zijn wanbetalers, blijkt uit Tweede Kamervragen. Moet het kabinet oplossingen bieden voor de problemen, of is wanbetaling het lot van de kleine en middelgrote ondernemers?
Iedereen weet dat mkb’ers lijden onder het misbruik van de macht van inkopers. Alleen de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) zegt deze omstandigheden niet te kennen en wil dan ook niet optreden. Het wordt hoog tijd dat de kleine ondernemers de krachten bundelen.
Het water staat bij veel kleinere ondernemers aan de lippen. Bij brancheorganisaties komen steeds vaker klachten binnen over misbruik van inkoopmacht. Grootbedrijven als Bijenkorf, Hema en V&D knijpen hun leveranciers af. Ze hanteren betalingstermijnen van ruim drie maanden, of dwingen kortingen af op reeds gesloten contracten. Kleine ondernemers moeten kiezen uit twee kwaden. Als ze akkoord gaan met de afknijpvoorstellen, derven ze inkomsten. Als ze niet akkoord gaan en naar de rechter stappen, dan dreigen ze een belangrijke en soms onmisbare klant te verliezen. Het beste bewijs dat er sprake is van marktmacht wordt misschien nog wel geleverd door het uitblijven van rechtszaken tegen de contractbreuk. Kleine ondernemers durven die rechtszaken niet aan uit angst voor verlies van hun klant. En voor wie de overheid als klant heeft, geldt dit nog sterker: net als bij de aanbestedingsproblematiek laten ondernemers het wel uit hun hoofd om de hand die hen voedt te bijten.
De overheid zelf maakt het te bont door als allertraagste betaler uit de bus te komen. Dat de overheid het slechte voorbeeld geeft is een pijnlijke constatering. Ondanks herhaalde verzoeken uit de Tweede Kamer en beloften van het kabinet spannen de gemeenten op dit moment de kroon als het gaat om het te laat betalen. Naar aanleiding van een motie van SP en CDA over het tegengaan van misbruik van inkoopmacht door grote bedrijven, ontving ik vanuit het hele land mails van ondernemers die mij er fijntjes op wezen dat de overheid nog altijd het stoutste jongetje van de klas is. Het onderzoek van OnGuard (Het Financieele Dagblad, maandag 10 augustus) bevestigt dat beeld.
Maar wie gaat er nu voor zorgen dat deze situatie, die een deel van het mkb de kop kan kosten, zo snel mogelijk verandert? Minister Guusje ter Horst van Binnenlandse Zaken gaf al aan dat zij de gemeenten niet sneller kan laten betalen. Zij hield het bij een oproep aan de gemeenten, die blijkbaar weinig vruchten afgeworpen heeft. Minister Maria van der Hoeven van Economische Zaken gaat onderzoeken hoe ze grote bedrijven sneller kan laten betalen. Maar afgezien van het feit dat er pas in oktober actie wordt verwacht, is het de vraag hoe groot de vuist is die de overheid kan maken als ze zelf ook stelselmatig de spelregels overtreedt.
Hiernaast wekt het verbazing dat de NMa niet bij het onderzoek wordt betrokken. Die is immers opgericht om op te treden tegen misbruik van marktmacht. De NMa heeft aangegeven niets te zien in een eigen onderzoek, omdat zij geen weet heeft van de klachten van het mkb. Het ministerie van Economische Zaken laat daarentegen weten dat de NMa mogelijk machtsmisbruik al in de gaten houdt en ziet geen aanleiding voor een instructie aan de autoriteit. Intussen wil de NMa niet concreet aangeven in welke mate het midden- en kleinbedrijf zich mag organiseren om collectief de eenzijdige contractwijziging te weigeren. De vraag hoe het kan dat de NMa als enige speler de klachten niet kent of zegt deze niet te kennen wordt niet beantwoord, maar roept vragen op over het functioneren van de autoriteit.
Het is treurig dat het kabinet maar niet komt met een oplossing voor de problemen. Wat mij betreft moet het onderzoek dat het Economisch Instituut voor het Midden- en kleinbedrijf op dit moment doet in opdracht van minister Van der Hoeven, worden uitgebreid. Nu wordt in dit onderzoek alleen de marktmacht van de grootbedrijven in kaart gebracht. Dit instituut kan echter ook zijn licht laten schijnen over het betalingsgedrag van overheden en het kabinet adviseren hoe - lagere - overheden kunnen worden aangespoord om hun rekeningen op tijd te voldoen. Daarnaast moet marktmeester NMa actief aan de slag gaan met het opsporen van misbruik van marktmacht.
Tot slot moet het mkb de bevoegde instanties en de politiek laten weten dat de maat vol is. Er zijn in de politiek gelukkig oren te vinden die wel gewillig luisteren.