opinie

Fouten in de rechtspraak moeten worden hersteld

De kwaliteit van de rechtsstaat staat deze week weer in het middelpunt van de belangstelling. Dinsdag besloot de Hoge Raad dat de Deventer Moordzaak niet wordt heropend. Een dag later kreeg de Hoge Raad het advies de zaak Ina Post wel te heropenen. Eenzelfde advies werd eerder uitgebracht in de zaak Lucia de B. en de Enschedese ontuchtzaak. De Commissie Buruma, die deze zaken heeft onderzocht, concludeert in haar jaarverslag dat de huidige procedure om zaken heropend te krijgen op de schop moet. SP-Kamerlid Jan de Wit bepleit daartoe oprichting van een volledig onafhankelijke Revisieraad.

In het recente verleden is in twee zaken aantoonbaar door de rechter gedwaald, te weten de Schiedammer parkmoord en de Puttense moordzaak. Na de Schiedammer Parkmoord werd de Commissie Buruma ingesteld waar zaken konden worden aangemeld waarin mogelijk fouten zijn gemaakt. De Commissie werd echter wel een aantal beperkingen opgelegd die Buruma specifiek benoemt in het deze week gepresenteerde jaarverslag. Zo kunnen veroordeelden zelf geen zaken voor onderzoek voordragen bij de Commissie, dit recht is voorbehouden aan functionarissen (bijvoorbeeld een politieagent in gewetensnood) en wetenschappers. Daarnaast kunnen alleen de ernstigste zaken worden aangemeld, en zijn de onderzoeksbevoegdheden van de Commissie niet goed geregeld. Belangrijkste kritiekpunt van Buruma is dat alleen het handelen van de politie en het Openbaar Ministerie wordt onderzocht; de rol van de rechter in een zaak blijft volledig buiten beschouwing.

De kritiek van de Commissie Buruma is terecht en zeer serieus te nemen. Het is van groot belang dat er een passende voorziening komt die recht doet aan de ernst van mogelijke tekortkomingen in het gehele strafproces. Die is er nu niet. De kritiek wordt breed gedeeld, zo bleek ook op een door de SP georganiseerd symposium begin maart waar rechtspsychologen en rechtswetenschappers hun zorg uitspraken over de talloze en ernstige fouten die in strafprocessen worden gemaakt. Vrijwel iedereen lijkt het er over eens dat er een Revisieraad, een onafhankelijke onderzoeksraad, moet worden ingesteld die onderzoek doet naar afgesloten strafzaken.

Die Revisieraad moet echter niet een afdeling bij de Hoge Raad worden, zoals Buruma bepleit. Het is juist belangrijk om een geheel onafhankelijke Revisieraad in het leven te roepen met zelfstandige onderzoeksbevoegdheden, naar het voorbeeld van de Onderzoeksraad voor Veiligheid onder leiding van Van Vollenhoven. Onderzoeken moeten zich ook niet beperken tot de politie en het Openbaar Ministerie, maar zich juist ook richten op de rol van de rechter. Het beoordelen van het optreden van een rechter is van groot belang voor een gedegen onderzoek. Als de vraag moet worden beantwoord of door de politie en het OM voldoende onderzoek is verricht naar alternatieve scenario’s, kan de rol van een rechter niet buiten beschouwing blijven. Die beoordeling in een proces is immers uiteindelijk aan de rechter.

De Revisieraad moet ook niet alleen bestaan uit juristen. Het is belangrijk dat wetenschappers van divers pluimage, zoals psychologen en statistici zitting hebben in de Raad en deelnemen aan het onderzoek. Bij de Revisieraad moet iedereen terecht kunnen, ook de veroordeelden zelf, en niet alleen in de ernstigste strafzaken. Ook in lichtere zaken worden fouten gemaakt en ook deze ‘twijfelveroordelingen’ kunnen drastische gevolgen hebben. De Revisieraad is zelf voldoende in staat te beoordelen welke verzoeken wel en welke niet voor nader onderzoek in aanmerking komen. Het opwerpen van de huidige barrières is niet nodig en zelfs onwenselijk. Het onderzoek moet uiteindelijk uitmonden in een bindend advies aan de Hoge Raad om de zaak wel of niet te heropenen.

Het is belangrijk voor het vertrouwen in de rechtsstaat dat er een Revisieraad komt. Fouten in de strafrechtspraak moeten kunnen worden hersteld, zeker vanwege de grote gevolgen die eventuele misstappen hebben.