En daarom blijven wij bij de SP
De Utrechtse SP-raadsleden Sarolea en Van den Tooren schreven woensdag in nrc.next waarom zij hun SP-zetel in de Utrechtse raad opgeven. Zij zien problemen die er helemaal niet zijn.
De afgelopen maanden is er in de media veel te doen geweest over het democratisch gehalte van de SP. Ook binnen de partij is daar maandenlang uitgebreid over gesproken. Het congres heeft uiteindelijk in grote meerderheid besloten om unieke elementen van de SP, zoals de afdrachtregeling, te versterken.
Wij zijn zelf als organisatiesecretaris en fractiemedewerker actief in een afdeling die in deze periode met tientallen voorstellen en soms stevige kritiek kwam op de SP. Zo hebben we ons hard gemaakt voor bredere discussies onder de SP-leden over belangrijke onderwerpen als democratisering van de samenleving en economische alternatieven, over het beter betrekken van migranten bij de partij, en over homo-emancipatie. Op sommige punten hebben we onze zin gekregen, op andere punten niet. Zo komt er op korte termijn een nota over de positie van migranten in Nederland, een voorstel van de SP Rotterdam. Andere voorstellen, bijvoorbeeld voor het aanstellen van een buitenlandverantwoordelijke in het partijbestuur, kregen veel steun maar haalden het niet.
Het is heel jammer als je voorstellen het niet halen, maar wij accepteren de wil van de meerderheid en bouwen enthousiast door aan de SP. Door te suggereren dat de congresgangers de SP-leden niet goed vertegenwoordigen, bewijzen Sarolea en Van den Toorn de democratie geen goede dienst. De aanwezigen op het congres waren gekozen door alle 140 afdelingen van de SP. Sommigen waren al dertig jaar lid, sommigen pas enkele maanden. Dat is niet alleen de ‘oude garde die de gelederen wil sluiten’: dat zijn SP-leden van allerlei pluimage. Het is stuitend dat als die leden een democratisch besluit nemen waar je het mee oneens bent, je dat besluit dan ondemocratisch noemt.
Natuurlijk hebben de Utrechtse raadsleden gelijk als ze erop wijzen dat democratie naast een formele ook een informele kant heeft: respect voor elkaar, vrijheid om te zeggen wat je wilt. Wij hebben echter niet het idee dat Sarolea en Van den Toorn hard kunnen maken dat er een structurele trend in de SP is om dat te beknotten. Onze ervaring is dat SP’ers over het algemeen openstaan voor andere geluiden.
Het zou goedkoop en ongepast zijn de vertrekkende raadsleden af te schilderen als inhalige baantjesjagers, zoals zij voorspellen. Maar het opstappen van de raadsleden in Utrecht heeft wel te maken met de afdrachtregeling. Die unieke regeling is inderdaad op het congres een ‘kroonjuweel’ van de SP genoemd. Ze zorgt ervoor dat carrièremakers bij de SP geen kans maken en voorkomt een scheiding in de partij tussen vrijwilligers en goedbetaalde beroepspolitici.
Raadsleden hebben bij de SP recht op een normvergoeding en als die niet toereikend is geldt in principe dat men ‘er niet op vooruit en niet op achteruit gaat’. Wie raadslid wordt en daarom minder gaat werken, ontvangt per maand uiteindelijk net zoveel als voorheen. Hoeveel dat is, hangt af van je persoonlijke situatie. Het is in elk geval geen 600 euro voor een gezin met kinderen, zoals de Utrechtse raadsleden schrijven. Het raadslidmaatschap is bovendien geen fulltime baan en moet dat ook niet worden.
Op een ledenvergadering in Utrecht is voorgesteld de regeling te versoepelen. Dat werd door tachtig procent van de aanwezigen afgewezen. En op het landelijk congres in Rotterdam werd de afdrachtregeling door de grote meerderheid van aanwezigen herbevestigd. Ook dát is democratie.
We zijn het op een aantal punten dus inhoudelijk niet eens met de vertrekkende Utrechtse raadsleden. Toch laat hun vertrek ons, in tegenstelling tot hun voorspelling, niet koud. De strijd voor een beter, socialer Nederland voeren we graag met zoveel mogelijk mensen, ook met Marcel van den Tooren en Caroline Sarolea. Natuurlijk trekt de karavaan verder. Dat kan niemand ons kwalijk nemen. Maar liever hadden we gehad dat deze SP-raadsleden zich niet buiten de discussie hadden geplaatst.