Brussel valt ontslagrecht aan
Nu de versoepeling van het ontslagrecht in Nederland voorlopig van de kabinetsagenda is afgevoerd, lijkt de PvdA een eerste overwinning te hebben geboekt. Maar waakzaamheid blijft geboden. De echte bedreiging van het ontslagrecht komt namelijk uit Brussel, en daar is geen sprake van uitstel.
Flexicurity beheerst al jaren het Europese discours over werkgelegenheid en komt steeds dichter bij het uitvaardigen van concrete Brusselse richtlijnen. Het is het toverwoord dat de Europese banenmarkt drastisch moet versoepelen. Verondersteld wordt, in lijn met de redeneringen van minister Donner, dat werkgevers bereid zijn eerder en meer mensen aan te nemen als zij de zekerheid hebben ze ook weer eenvoudig en goedkoop te kunnen ontslaan. In ruil voor deze flexibiliteit zouden werknemers de security krijgen van meer werk. Niet meer de zekerheid van een vaste baan, maar wel de zekerheid dat er altijd wel ergens werk voorhanden zou zijn. Het verzet van de vakbonden en progressieve partijen in Nederland tegen de kabinetsvoorstellen geldt een-op-een ook voor verzet tegen dit Europese voornemen. Daar wil ik van harte voor pleiten.
Als het kabinet volgend jaar juni besluit zich niet te willen branden aan het ontslagrecht kan dit wel eens een pyrrusoverwinning blijken te zijn. Nog voor het einde van deze kabinetsperiode kunnen de lidstaten geconfronteerd worden met dwingende regels uit Brussel. Daartegen helpt een PvdA-dreigement met een kabinetscrisis niet.
Minister Donner kan met een gerust hart zijn plannen in de koelkast zetten in de wetenschap dat zijn gebeden via de Europese Unie alsnog worden verhoord. Ik kan me niet voorstellen dat dit bij Donner en Bos niet in hun achterhoofd heeft meegespeeld.
Het brede maatschappelijke verzet tegen het ontslagrecht moet ook de opmaat vormen voor een actievere deelname van Nederlandse vakbonden en progressieve partijen aan het Europese debat. Daar worden nu besluiten genomen die Nederland over enige tijd zullen raken. De sociaaldemocraten in het Europees Parlement voelen zich echter nog steeds vrij om heel ver mee te denken in het flexicurity-verhaal, veel verder dan hun collega s in de Tweede Kamer zouden durven. De twintig procent PvdA-leden die hun lidmaatschap op zou zeggen als Wouter Bos hier zou buigen voor Donner, doet er goed aan om het stemgedrag van hun vertegenwoordigers in Brussel de komende weken en maanden in de gaten te houden.
Het voorspelt weinig goeds dat de sociaaldemocratische voorman Christensen het rapport over de gevolgen van deze flexicurity voor vrouwen op de arbeidsmarkt volkomen negeerde. Ze hebben wat hete adem in hun nek dan ook hard nodig.