De SP duldt geen Europees bevel over Nederlandse zaken
GroenLinks-europarlementariër Joost Lagendijk pleit in de Volkskrant van 7 juli 2005 (hier te lezen) opnieuw voor een ambitieuze Europese Unie met politieke structuren, financiële middelen en militaire samenwerking – en hij daagt ook nog eens de SP uit hem daarin te volgen. Hij heeft kennelijk nog geen lering getrokken uit het referendum, waarin de helft van zijn eigen achterban het meer eens bleek met de SP dan met hem.
Lagendijk volhardt in zijn mening dat een federale Europese staat, die een half miljard mensen met verschillende culturen verenigt, de meeste problemen van onze hedendaagse samenleving beter kan oplossen dan Nederland zelf. Wij niet. Voor ons is Europese samenwerking nodig om grensoverschrijdende problemen te kunnen aanpakken. Maar we verzetten ons tegen een Europese Unie die diep ingrijpt in onze binnenlandse keuzes. Die macht is tot nu toe vooral gebruikt om bezuinigingen op de publieke voorzieningen af te dwingen, privatiseringen aan te moedigen, de vrijheid van internationale bedrijven te vergroten en een eind te maken aan de na de koude oorlog ingezette beperking van de militaire uitgaven. Als belangrijke politieke keuzes worden gemaakt op een niveau dat ver van de mensen af staat geeft dat grote speelruimte voor lobbyisten. Gewone mensen met hun alledaagse problemen en wensen hebben dan vaak het nakijken. Democratie gedijt beter in kleinschaligheid dan in een Europese superstaat. Voor democratie is nodig: overzichtelijkheid, helderheid en verantwoordelijkheid. De EU heeft aan alle drie een chronisch gebrek.
Voor zover Europese samenwerking wèl een nuttige rol kan vervullen werkt de SP daaraan altijd mee. Niemand kan ons erop betrappen dat wij zaken die bijdragen tot een goed milieu, de bescherming van werknemers, publieke voorzieningen of financiële solidariteit met de armste gebieden afwijzen. Zo stemden wij voor een belasting op flitskapitaal en vliegtuigbrandstof kerosine en voor het aanpakken van belastingparadijzen. Maar we verzetten ons tegen het zinloos rondpompen van geld tussen de rijkste lidstaten, tegen de exportsubsidies voor grote landbouwbedrijven, tegen prestigeprojecten zoals het satellietprogramma Galileo en tegen de twee miljard aan erkende fraudes per jaar.
In de praktijk trekken in het Europees Parlement SP, GroenLinks en ook de PvdA, en de drie internationale fracties waarvan zij deel uitmaken, gelukkig vaak samen op. Zo kreeg mijn voorstel om de gedwongen privatisering van het openbaar vervoer tegen te houden een meerderheid, zo hielden we de Havenrichtlijn tegen en zo proberen we binnenkort de Bolkestein-richtlijn tegen te houden, vaak in nauwe samenwerking met brede maatschappelijke organisaties. Als het aan ons ligt, blijven we dat in de toekomst doen. In het referendum is duidelijk geworden dat de meeste kiezers van deze drie partijen graag een democratischer, socialer en groener Europa wensen - maar geen behoefte hebben aan Brusselse bevelen over zaken die we best zelf in Nederland kunnen regelen.