Referendum na een Frans ‘nee’ afblazen schaadt vertrouwen in politiek
“Nederlands referendum over Europese Grondwet mogelijk overbodig” kopt het Friesch Dagblad van 12 april op pagina 4. Niets is minder waar. De auteur van het artikel, Koos van Houdt, geeft zelf al drie goede redenen waarom het referendum ook bij een Frans ‘nee’ toch moet doorgaan: omdat het een advies is aan het parlement, omdat de referendumwet het niet toelaat, en omdat de regering er geen aanleiding toe zou zien. De belangrijkste vergeet hij echter: een referendum is een volksraadpleging en die mogelijkheid mag de kiezer niet worden afgenomen. Ongeacht wat er in Frankrijk gebeurt.
Het is niet minder dan logisch dat er een volksraadpleging wordt gehouden. Bij een grondwetswijziging schrijft de Nederlandse wet voor dat eerst het parlement zich daarover uitspreekt, er vervolgens een ontbinding van het parlement komt, gevolgd door verkiezingen, en dat in een tweede lezing de volksvertegenwoordiging zich er nogmaals over uitspreekt. Gezien het feit dat we nu op het punt staan een Europese Grondwet al dan niet aan te nemen, is het niet meer dan logisch dat dezelfde procedure wordt gevolgd. De Kamer heeft zich al uitgesproken, nu de bevolking nog in een referendum, en dan op basis van die raadpleging de Kamer opnieuw. Het referendum mag dan een nieuw instrument zijn, de wijze waarop we de Grondwet kunnen wijzigen is al sinds jaar en dag vastgelegd. En dat is maar goed ook. Grondwetten horen niet te worden blootgesteld aan de waan van de dag.
Het zou ook van de zotte zijn om een Frans ‘nee' bepalend te laten zijn voor het wel of niet doorgaan van een Nederlands referendum. Niet alleen voorziet de referendumwet niet in die mogelijkheid. Nederland geeft in de aanloop naar het referendum ook al een slordige 30 miljoen euro uit aan het administratief organiseren van dat referendum en het voeren van campagnes. We blazen toch ook geen verkiezingen af omdat we weten dat bepaalde partijen zullen winnen en anderen verliezen. De uitkomst is wel vaker te voorspellen zoals we zagen bij de opkomst van Pim Fortuyn. Het gaat bij verkiezingen, net als bij een referendum toch primair om de feitelijke uitspraak van de bevolking?
Bovendien geldt dat het voor het eerst is dat de Nederlandse bevolking zich kan uitspreken over een belangrijke Europese kwestie. Dat had natuurlijk al eerder moeten gebeuren toen we de gulden verruilden voorde euro. Bij dergelijk belangrijke kwesties moet je volgens mij draagvlak onder de bevolking als uitgangspunt nemen. Dat is toen niet tot mijn grote spijt niet gebeurd, maar lijkt nu gelukkig wel te gaan gebeuren. Het referendum afblazen, betekent de dood in de pot voor elke volgende volksraadpleging. Dat moeten we niet laten gebeuren.
Uit referenda in grote en kleine steden in Nederland weten we dat die in ieder geval de discussie over de gestelde vraag stimuleren. Dat is een goede zaak omdat de burger in zijn algemeenheid te weinig bij bestuurlijke vraagstukken betrokken is. Bij Europese vraagstukken is dat nog minder dan bij landelijke of lokale kwesties. Zelfs de verkiezingen voor Provinciale Staten scoren een hogere opkomst dan de Europese verkiezingen. Nu het eindelijk lijkt te lukken de burger bij Europa te betrekken, zou het ongehoord zijn die kans te laten varen. Eindelijk wordt er gediscussieerd over het gebrek aan Europese democratie, over het neoliberale karakter van de EU en over het feit dat Europa als gevolg van de Grondwet een militaire mogendheid wordt. Wat je daar ook van vindt – ik ben daar tegen – het is niet alleen wenselijk maar ook noodzakelijk dat de burger zich in die vraagstukken verdiept en zich daarover uitspreekt. Het referendum bevordert dat op een unieke en geweldige manier. Daarom moet het referendum koste wat kost doorgaan.