Privatisering streekvervoer is een ramp
De verkoop van het Brabantse busbedrijf BBA is een fiasco geworden. Het is de hoogste tijd volgens de SP voor een diepgaand onderzoek.
De perikelen rond de concessie van de BBA om in Brabant het streekvervoer te verzorgen laat goed zien hoe rampzalig de privatiseringsmanie uitpakt. Zélfs het CDA in de Provinciale Staten moet dat nu toegeven, maar terugkomen op hun liberaliseringsbeleid hó maar. Minder lijnen, minder bussen, minder passagiers, minder onderhoud: burgers en werknemers betalen de rekening voor een mislukt beleid. Hoog tijd voor een Statenonderzoek naar deze gang van zaken. Gedeputeerde Janse de Jong gaf vorig jaar al toe: “driekwart van de doelen is niet gehaald”. Ook de CDA-verkeerswoordvoerder in de Staten, Jan Mastwijk, heeft inmiddels het licht gezien: “Het moederbedrijf van de BBA in Parijs is maar op één ding uit, en dat is zo veel mogelijk afromen”. Maar wat hadden ze dan verwacht? Het is toch helemaal niet raar dat het bedrijfsleven winst wil maken? Voorstanders van de vrije markt zouden hun krokodillentranen binnen moeten houden en de consequenties accepteren van hun eigen beleid. In ons dagelijks werk zien wij elke keer opnieuw dat het privatiseren van publieke voorzieningen leidt tot minder service en hogere kosten, precies het omgekeerde van de beloftes. Daarom verzetten wij ons ook consequent tegen deze uitverkoop, of het nu gaat om openbaar vervoer, energie, de zorg of de dienstverlening. Ondernemingen zijn meer geïnteresseerd in geld verdienen dan in het verzorgen van een publieke dienst. Dat is geen probleem, maar dat betekent wél dat ze niet geschikt zijn voor het uitvoeren van publieke diensten. Voor hen geldt dat een buslijn onrendabel is als ze er geen winst op kunnen maken, terwijl voor de samenleving zo'n lijn – vaak buiten de grote steden – wel degelijk kan voorzien in een behoefte. Het geld zal een onderneming moeten halen uit de grootste “kostenpost” van een busbedrijf: de chauffeurs. Maar om goed te functioneren als OV-bedrijf heb je personeel nodig dat betrouwbaar is en dat beroepseer heeft. Als lijnen en chauffeurs verdwijnen worden werknemers én reizigers de dupe.
Treurig Toenmalig gedeputeerde Jan Boelhouwer (PvdA) gaf als reden voor de verkoop dat de BBA met een sterke partner meer investeringen kon doen. Die opzet is mislukt. Connex blijkt niet bepaald de beste oplossing. Marktwerking roept dit soort processen over zich af. Doordat bedrijven gedwongen zijn scherp in te schrijven op aanbestedingen, moeten ze goedkoper gaan werken. Daardoor loopt de dienstverlening terug en is de opdrachtgever niet tevreden. Het is echter treurig dat een Brabants bedrijf, dat is opgebouwd door de gemeenschap, waarin heel veel maatschappelijk kapitaal is geïnvesteerd, na zeventig jaar gewoon verdwijnt. Veel te makkelijk wordt nu gezegd: “dat bedrijf hebben we niet meer nodig”. Volgens ons is dat pure kapitaalvernietiging. Boelhouwer heeft met de verkoop de BBA verkwanseld. Vier jaar later dreigt het bedrijf te verdwijnen en is er niets terecht gekomen van alle mooie doelstellingen. Er zou snel een statenonderzoek moeten komen naar deze gang van zaken. Vandaag beslissen Gedeputeerde Staten over de concessie. Wij vinden dat álle informatie daarover openbaar moet zijn zodat iedereen kan controleren of het er eerlijk aan toe gaat en welke belangen en afwegingen een rol spelen. Door protest van de SP Statenfractie tegen de voorgenomen achterkamertjespolitiek was de voorbereidende bijeenkomst van gisteren in ieder geval al voor het publiek toegankelijk. Een diepgaand onderzoek moet aantonen hoe schadelijk de privatisering van het openbaar vervoer is geweest en welk beleid nodig is om een einde te maken aan deze uitverkoop.