Een 'nee' tegen de Europese Grondwet is terecht
Tweede-Kamerlid Van Baalen (VVD) stelt in NRC van 25 maart dat links en rechts elkaar hebben gevonden in hun verzet tegen de Europese Grondwet. Dat is volkomen juist want tegenstanders van de Grondwet zijn te vinden in alle politieke partijen, inclusief zijn eigen VVD. Maar volgens zijn SP-collega Harry van Bommel bagatelliseert hij wel de inhoudelijke kritiek op het document en de brede weerzin tegen de koers van de huidige EU.
In zijn artikel probeert Van Baalen tegenstanders van de Grondwet te diskwalificeren door ze te plaatsen in de hoek van extremisten als Geert Wilders en Michiel Smit. Prominente tegenstanders zoals voormalig minister Marcel van Dam (PvdA), aanstaand VVD-Kamerlid Anton van Schijndel en senator Eimert van Middelkoop (ChristenUnie) noemt hij daarbij natuurlijk niet. Toch zijn hun én onze bezwaren tegen de Grondwet allerminst populistisch en had Van Baalen de lezer meer recht gedaan met een inhoudelijke reactie. Bovendien geeft hij in zijn stuk geen enkele reden om vóór de Grondwet te stemmen. Dat is op zich ook niet verwonderlijk. De VVD'er was lange tijd tegen de Grondwet en stelde een half jaar geleden nog dat deze "een zouteloos compromis" was. Het pleidooi van de bekeerling Van Baalen is daarom demagogisch en opportunistisch.
Zijn verhaal gaat in essentie alleen over de dienstenrichtlijn, die de markt van dienstverlenende bedrijven moet liberaliseren. Tegen deze richtlijn bestaan grote bezwaren en anders dan hij de lezer wil doen geloven, niet alleen bij links. Ook de voorzitter van het Midden en Klein Bedrijf Nederland, oud VVD-minister Loek Hermans, vreest voor oneerlijke concurrentie en asociale gevolgen. Hij stelde onlangs: "We moeten voorkomen dat de nieuwe EU-landen ons omlaag trekken in plaats van wij hen omhoog." Hermans vreest terecht dat Nederlandse bedrijven een postbusvestiging zullen kiezen in landen met slechtere arbeidsvoorwaarden. Om die reden is in Frankrijk en Duitsland een grootschalig protest tegen de dienstenrichtlijn van Bolkestein ontstaan en noemt men het voorstel veelzeggend de 'Frankensteinrichtlijn.' Zelfs het Centraal Planbureau is negatief over de dienstenrichtlijn. Haar conclusie is ondubbelzinnig: "Een groot deel van de dienstensector is binnenlands georiënteerd. De invoering van de dienstenrichtlijn zal daarom een gering effect hebben op de economie." Europese vakbonden vrezen 'sociale dumping'omdat bedrijven zich, desnoods alleen via een postbus, bij voorkeur zullen vestigen in landen met slechte arbeidsvoorwaarden en soepele milieuregels. Ook promovenda Mijke Houwerzeel stelde vorige week in NRC dat "de dienstenrichtlijn het sociale model in de oude lidstaten vroeger of later onder druk zal zetten. En dit was natuurlijk ook precies de bedoeling."
Van Baalen noemt tegenstanders van de Grondwet populisten die kiezen voor nationale in plaats van internationale solidariteit. Zelf kiest hij echter voor het beperkte belang van Europese multinationals. Dat werknemers en kleine ondernemers in Nederland daar de dupe van zijn interesseert hem niet want in zijn ogen "heeft Nederland relatief hoge lonen en een royaal stelsel van sociale voorzieningen". Kennelijk mag dat allemaal wel wat minder. Dat broodnodige hoogopgeleiden in zorg, onderwijs en techniek de tien toegetreden landen verlaten, noemt hij niet eens. Deze 'braindrain' zet die landen op achterstand maar vat Van Baalen op als 'internationale solidariteit.' Dat is dan wel de solidariteit van arm met rijk in plaats van omgekeerd, zoals het hoort.
Veel burgers en bedrijven hebben het vertrouwen in de Europese politiek verloren en daar is ook alle aanleiding toe. De Grondwet is een product van de bedenkers van de euro en in vrijwel alle eurolanden voelt men zich belazerd. De prijs van veel zaken is omhoog gegaan en grote eurolanden als Frankrijk en Duitsland lappen de afspraken uit het stabiliteitspact aan hun laars en bedreigen daarmee de stabiliteit van de munt. Verhalen dat Europa in elkaar zal storten als deze Grondwet niet wordt aangenomen zijn nergens op gebaseerd. Beter is het om langer na te denken over de vraag óf we überhaupt een Grondwet nodig hebben en indien ja, wat daar dan in zou moeten staan. Heroverweging kan alleen door tegenstemmen. Gelukkig kiezers nu eindelijk een kans zich uit te spreken over een belangrijke Europese kwestie. Een stem tegen de Grondwet is géén nee tegen Europese samenwerking. Die samenwerking is ook noodzakelijk in de strijd tegen terrorisme, voor beter milieubeleid, voor afstemming van het asielbeleid en voor tal van andere zaken. Daarvoor hoeven we onze soevereiniteit echter niet in te leveren en ook geen hek om Nederland te plaatsen. Laten we eerlijk blijven over de negatieve gevolgen van deze Grondwet. Europa wordt er niet democratischer, niet socialer en niet veiliger van. Dat is meer dan voldoende om op 1 juni volmondig 'nee' te zeggen in deze welkome volksraadpleging.