opinie

Europa kan ook solidair zijn zonder extra geld

Over de financiering van de EU dreigt een uitzichtloze strijd te ontstaan. Allerhande euro-sceptici en de rijkste lidstaten lijken te staan tegenover euro-idealisten en de armste lidstaten. Terwijl de Europese Commissie na de uitbreiding van de Europese Unie 50 procent meer geld op de begroting wil krijgen dringt Nederland aan op verlaging van het uitgavenplafond van 1,24 naar 1 procent van het BNP. Op dat streven naar verlaging hebben de afgelopen jaren vooral VVD en LPF hun stempel gedrukt. In hun visie is Europa alleen mooi als het financiële en economische voordelen voor Nederland en Nederlandse bedrijven oplevert. Als dat even niet het geval is worden ze eurosceptisch. Aan de andere kant staan de euro-idealisten van PvdA en GroenLinks, in deze krant op 19 februari bijgevallen door voormalig eurocommissaris Andriesen (CDA). Zij vrezen dat de solidariteit met arme lidstaten ernstig wordt gehinderd door de zuinigheid van rijke lidstaten. Maar het goede nieuws is: er is voldoende geld beschikbaar zónder het budget te hoeven verhogen.

In het verleden heeft Nederland jarenlang financieel voordeel gehad van met name het landbouwbeleid en de regionale steun. Dat toen ook geld ging naar het achtergebleven Zuid-Italië deed geen pijn. Sinds de toetreding van Griekenland, Spanje en Portugal is dat veranderd. Daar bieden alle partijen tegen elkaar op met de eis voor meer EU-geld. Voor de meeste van de tien nieuwe lidstaten die er op 1 mei bij komen geldt hetzelfde. Sinds hun industrie voor een groot deel staat weg te roesten zijn ze weer afhankelijk geworden van de export van goedkope landbouw- en mijnbouwproducten, en die leveren veel te weinig op om import van nieuwe hoogwaardige technologie uit het westen te kunnen blijven betalen. Zij verwachten veel geld te krijgen voor hun landbouw, herstel van bruggen en stuwdammen, aanleg van autosnelwegen en stadsvernieuwing.

Maar er kan voldoende nieuw geld beschikbaar komen zònder de huidige EU-begroting te verhogen. De EU steekt miljarden in de ontwikkeling van het satellietnavigatiesysteem Galileo, dat volstrekt achterhaald is sinds het Amerikaanse GPS-systeem reeds de wereldmarkt heeft veroverd. De torenhoge Europese landbouwuitgaven kunnen nuttig zijn voor ondersteuning van kleine boeren, voor leefbaarheid op het platteland en de bescherming van dierenwelzijn. Zelfs na de aangekondigde hervorming van het landbouwbeleid zullen grote bedrijven onevenredig blijven profiteren en blijft de Brusselse bureaucratie handen vol geld. Een strenge bovengrens aan de subsidie per bedrijf zou een interessante besparing opleveren.

De talloze regiofondsen kunnen nuttig zijn als een soort interne ontwikkelingshulp binnen de EU, maar vaak wordt het geld verspild aan prestigeprojecten en komt een groot deel daarvan weer terecht bij plaatselijke en regionale projecten in de rijkste lidstaten. Dit onnodige rondpompen – van Den Haag via Brussel naar Flevoland – kost de burger miljoenen. Van de regionale fondsen blijft overigens jaarlijks zo’n 10 miljard euro onbenut. Op andere onderdelen bestaat zelfs een onderbesteding van 5 miljard euro. Ook gaat er jaarlijks 1,275 miljard euro verloren aan door de EU zelf vastgestelde onregelmatigheden, terwijl over de rest van de bestedingen zoveel twijfel bestaat dat de Rekenkamer over de jaren 1994-2002 geen betrouwbaarheidsverklaring kon afgeven.

Temidden van de kemphanen die meer of minder Europees geld eisen kiest de SP een derde weg: voordat Europa meer geld vraagt moet eerst maar eens worden bewezen dat het huidige budget tot de laatste cent nuttig wordt besteed. Verhoging van de salarissen van leden van het Europees Parlement valt daar zeker niet onder. Samen met de euro-idealisten steunen we nuttige op solidariteit gerichte bestedingen, zonder ons ervoor te schamen als we in onze afwijzing van de claim op steeds meer geld anderen naast ons vinden die niet denken aan solidariteit maar aan binnenlands eigenbelang.