Minister, voorkom een grote ramp in de culturele sector
Het zijn angstige en ontregelende tijden, voor iedereen in Nederland. Zekerheden vallen weg en we vragen ontzettend veel van mensen, van jonge scholieren tot de artsen op de intensive care. Deze crisis laat zien wat we echt belangrijk vinden, en wie onmisbaar zijn. We klappen terecht voor de thuiszorg, schoonmakers en verplegers. Deze crisis laat zien wie wij zijn, als land, en de overheid handelt daarnaar. Of althans, bijna altijd.
Sinds 13 maart is het culturele leven tot stilstand gekomen. Na de aankondiging van het kabinet dat evenementen met meer dan 100 mensen verboden zijn hangen kunstwerken eenzaam aan de wanden van de musea, is er stilte in concertzalen en blijven stoelen ingeklapt in theaters. Abrupt zijn optredens, tentoonstellingen, muzieklessen en repetities stopgezet. Dat heeft niet alleen ernstige gevolgen voor de circa 300.000 mensen die werken in de culturele en creatieve sector, maar ook voor de rest van Nederland. In cijfers is de sector goed voor 3,7 procent van het Bruto Binnenlands Product (CBS 2019), maar het is juist de waarde die niet in cijfers uit te drukken is waar we niet zonder kunnen. Nu iedereen thuis zit blijkt misschien nog wel meer hoe belangrijk muziek is, of het kijken van een goede film. En blijkt hoe we het missen om met vrienden naar een optreden te gaan. In deze tijd waarin veel onzekerheid en zorgen zijn over zieken, en mensen zich alleen kunnen voelen thuis. Cultuur geeft mensen de verbeelding, troost en inspiratie die ze nodig hebben. Ook nu laat de culturele sector met allerlei online initiatieven zien dat zij over creativiteit en veerkracht beschikken om ons door deze tijd heen te slepen. Maar dat kunnen al die mensen niet zonder financiële steun. We schieten andere sectoren direct te hulp. Wat het kabinet aan hulp biedt is ontoereikend. Als het kabinet de brede creatieve en culturele sector niet onmiddellijk tegemoet komt met een eigen, passend steunpakket, voltrekt zich een drama dat we niet meer terug kunnen draaien.
De situatie is voor heel veel kunstenaars en creatieve organisaties nijpend. Veel theaters, debatcentra en orkesten zullen de zomer niet halen als de overheid niet ingrijpt. Zonder inkomsten van kaartverkoop of omzet van de horeca gaat het razendsnel, financiële reserves zijn schaars in deze sector waar jaren op bezuinigd is. Er zit nul vet op de botten. Daar komt bij dat het voorjaar de periode is waarin veel musici een groot deel van hun inkomen verdienen. De sector zit in een catch 22. Maar liefst 60% van de werkenden in de culturele sector is zzp’er. Velen van hen werken als freelancer en zijn nu afhankelijk van het vrijwillig doorbetalen door gezelschappen. Die gezelschappen stevenen af op faillissement als zij deze kunstenaars doorbetalen. Generieke maatregelen voor zzp’ers, waar minister van Engelshoven van Cultuur naar verwijst in haar kamerbrief, blijken niet van toepassing op alle culturele beroepen en niet voor iedereen een oplossing. Ook veel podia vallen binnen een paar maanden om met de huidige maatregelen, en ook de beeldende kunsten komen in een kritieke situatie.
Wij roepen het kabinet op om meer te doen om de culturele sector te redden. Kom met een steunpakket dat zorgt voor behoud van werkgelegenheid en inkomen. Laat werkenden deels doorbetaald worden, zodat er überhaupt nog een culturele sector is als de zalen weer open gaan, maar ook zodat er nu gecreëerd kan worden. Juist nu zorgen de interactieve voorstellingen die we thuis kunnen zien, de boeken en essays die we kunnen lezen, de muziek die we kunnen luisteren voor de verbeelding die op dit moment zo hard nodig is. Laat ons de kunsten helpen, zoals zij ons ook helpen. ‘Het kabinet gaat alles op alles zetten om KLM en Schiphol overeind te houden’, zei minister Hoekstra van Financiën een paar weken geleden. De culturele en creatieve sector verdient dezelfde daadkracht.
Lilian Marijnissen
Jesse Klaver
Lodewijk Asscher
Anna Drijver
Huub Stapel
Perquisite
Claudia de Breij
Joep van Lieshout
Liza Ferschtman
Johanna ter Steege
Jeangu Macrooy
Rineke Dijkstra
Ellen ten Damme
Igone de Jongh
Guido Weijers
Leoni Jansen
Ali B
Jeroen Bartelse
Torre Florim
Aafke Romeijn
Dit opiniestuk verscheen ook in de Volkskrant op 31 maart 2020.