CETA is slecht voor Nederland
De Tweede Kamer moet besluiten of ze instemt met CETA, het vrijhandelsakkoord tussen Canada en de EU. Dit verdrag is omstreden, onder andere omdat het een speciaal VIP-claimsysteem bevat, dat bedrijven kunnen gebruiken om een staat aan te klagen. Het is heel spannend, want er zijn nog maar twee partijen die zich niet hebben uitgesproken. ChristenUnie en SGP zullen de bepalende stemmen zijn of Nederland voor of tegen dit verdrag stemt. Als het aan de SP ligt, komt dit verdrag er niet.
Honderden Canadese bedrijven die in Nederland actief zijn, krijgen met het Investment Court System (ICS) enorme bescherming tegen onze overheid. Als de overheid nieuwe regels en wetten maakt om bijvoorbeeld klimaatopwarming tegen te gaan of het wettelijke minimumloon wil verhogen, kunnen de Canadezen met CETA gigantische schadevergoedingen gaan opeisen. Dat is toch idioot?
In een wereld waarin het neoliberale beleid van altijd alleen maar meer, meer, meer winst centraal heeft gestaan, zien we steeds duidelijker de ellende die dit veroorzaakt: groeiende ongelijkheid tussen arm en rijk, klimaatopwarming, uitholling van de zorg en het onderwijs en ga zo maar door. Dit soort vrijhandelsverdragen, waarvoor CETA als de nieuwe standaard zal gaan gelden, gieten de doorgeslagen winstbejag alleen maar verder in beton.
Terwijl uit alle economische voorspellingen blijkt dat in de meeste optimistische scenario’s de economische groei maar heel beperkt is, geven we wel onze zeggenschap en democratie verder uit handen. Het is voor ons geen moeilijke beslissing: CETA moet van tafel. Als Nederland tegen stemt zijn wij het eerste land dat zo’n vrijhandelsakkoord verwerpt. Hoe prachtig zou dat zijn?
Waarom is CETA een heel slecht akkoord?
Het levert ons weinig voordeel op
Om te beginnen valt die beloofde en verwachte economische groei wel mee. Zelfs in de meest optimistische scenario’s is de economische groei maar een klein beetje. Wij zullen er dus niet zoveel van profiteren. Degenen die er wél van gaan profiteren, dát zijn de bedrijven. Het bedrijfsleven had sowieso een grote vinger in de pap tijdens de onderhandelingen over dit akkoord. Uit recent onderzoek is gebleken dat de toegenomen handel tussen Canada en de EU in de afgelopen twee jaar bijna alleen maar in het voordeel is geweest van oliebedrijven. En dat nota bene in een tijd van klimaatverandering.Grote bedrijven krijgen nog meer macht
Als de Tweede Kamer instemt met CETA dan kunnen buitenlandse investeerders beslissingen van de regering of gemeenten aanvechten. Dat zit zo. Als we bijvoorbeeld de gaskraan in Nederland willen dichtdraaien, het minimumloon willen verhogen zodat de lonen in Nederland eindelijk gaan stijgen, of als we vastgoedbeleggers willen aanpakken die in Nederland onze huizen opkopen. Als wij deze dingen in onze democratie besluiten, dan kan een Canadese investeerder opstaan met het CETA-verdrag in de hand, en zeggen dat dat niet goed is voor zijn winst. Ook Amerikaanse bedrijven kunnen gebruik maken van dit verdrag. 80% van de Amerikaanse bedrijven actief in de EU hebben een dochteronderneming in Canada. CETA zet dus de achterdeur open voor claims uit Amerika. Bedrijven kunnen dan beslissingen die wij zelf nemen over ons eigen land saboteren. Ze kunnen ons land onder druk gaan zetten en dreigen met miljardenclaims.Mensen krijgen minder zeggenschap
Gewone mensen, zoals jij en ik, kunnen géén aanspraak maken en claims neerleggen als wij benadeeld worden door diezelfde bedrijven. Dit verdrag zorgt ervoor dat we met zijn allen minder te zeggen krijgen over wat van ons allemaal hoort te zijn.