Handelsverdragen moeten goedgekeurd worden door lidstaten
Nationale en regionale parlementen moeten vrijhandelsverdragen goedkeuren voordat ze definitief in werking kunnen treden. Dat is de strekking van een opinie van de hoogste Europese rechter waar de Europese Commissie om gevraagd had. Dat betekent dat de veelomvattende verdragen waarover de Europese Commissie de afgelopen jaren heeft onderhandeld, zullen moeten voorgelegd aan 38 parlementen van de Europese Unie. Hiermee krijgen de lidstaten meer macht om de omstreden verdragen tegen te houden.
SP-Europarlementariër Anne-Marie Mineur, die aanwezig was bij de uitspraak vanochtend, is verheugd: “De Europese Commissie is voortdurend bezig om steeds meer macht naar zich toe te trekken, ook als dat gaat om onderwerpen die duidelijk op weerstand stuiten bij de bevolking. We hebben dat gezien bij TTIP en CETA, waar steeds meer verzet tegen komt. Vorige week nog werd de Europese Commissie terecht gewezen door een andere Europese rechter omdat ze een burgerinitiatief van de Stop TTIP-beweging met 3,5 miljoen handtekeningen terzijde had geschoven. Dergelijke verdragen moeten nu behandeld worden door de parlementen die het dichtst bij de mensen staat. Dat is een stuk democratischer.”
Mineur ziet de uitspraak als een nieuwe terechtwijzing voor de Europese Commissie, en hoopt dat deze zal gaan werken aan draagvlak voor zijn besluiten. Dat zijn echter niet de signalen die ze krijgt: “Het lijkt erop dat de Commissie met deze uitspraak in de hand de grenzen zal gaan opzoeken van wat zij kan doen om zonder nationale parlementen toch zo veel mogelijk verdragen af te sluiten. Kwalijk dat draagvlak deze Commissie blijkbaar volstrekt niet interesseert.”