nieuws

SP symposium: Radicale aanpak sociaaleconomische gezondheidsverschillen nodig

Agnes Kant met psychiater Cobie Groenendijk

Ongelijkheid in gezondheid, willen we er iets aan doen? Onder die leus organiseerde de SP zaterdag een conferentie in de Pauluskerk. De sprekers, professoren Johan Mackenbach, Martin Buijsen, Koos van der Velden en Richard Wilkinson en de wetenschappers Simone Goossen en Jeanine Suurmond,  schetsten allen één beeld: de sociaaleconomische gezondheidsverschillen zijn groot, nemen toe en een radicale aanpak is nodig als we de kloof willen verkleinen.

Aan de hand van de metrokaart van Rotterdam liet professor Johan Mackenbach zien hoe deze kloof eruit ziet. In zeven minuten reis je van Kralingen-Oost naar Delfshaven. In die korte reis daalt de levensverwachting van de buurt met ruim vier jaar. Het aantal verwachte levens in gezondheid daalt zelfs met vijf jaar. En dat geldt voor heel Nederland. Iemand die alleen basisonderwijs heeft gevolgd overlijdt gemiddeld 6 tot 7 jaar eerder dan iemand die universitair is opgeleid. Het aantal verwachte jaren in goede gezondheid verschilt zelfs tot 15 jaar. Zoals Suurmond en Goosen demonstreerden zijn deze verschillen niet alleen beperkt tot opleidingsniveau, maar speelt etniciteit ook een rol.


Sociaaleconomische gezondheidsverschillen worden veroorzaakt doordat mensen uit lagere sociale klassen in slechtere materiële en immateriële omstandigheden leven. Onveiligere werkomstandigheden, slechtere woningen en psychosociale stress veroorzaken deze verschillen. Ook de levenswijze van mensen uit lagere sociaaleconomische klassen is ongezonder; men rookt meer en sport minder. Ook eten en drinken zijn vaak minder gezond.

Aan de hand van de metrokaart van Rotterdam liet professor Johan Mackenbach zien hoe de kloof eruit ziet.

Gezond leven is lastiger als mensen te weinig te besteden hebben. Niet alleen gedrag maar juist ook de omstandigheden waarin mensen leven moeten worden aangepakt. ‘We moeten echt meer doen om te zorgen dat mensen kans hebben op goede gezondheid’, sprak Simone Goosen. Het verkleinen van inkomens en vermogensverschillen is hard nodig. Veel sprekers hamerden op het belang van goede en goed toegankelijke zorg. ‘Een ontoegankelijke zorg is een rechtstreekse schending van iemands waardigheid’, aldus professor Martin Buijsen. Toch is gelijke toegang niet genoeg, aldus meerdere sprekers. Extra investeringen zijn nodig om de achterstanden die mensen nu oplopen te voorkomen.


‘Ongelijkheid is slecht voor iedereen’ stelde professor Richard Wilkinson. Hoe ongelijker de samenleving hoe meer gezondheidsproblemen. Zowel de mensen die veel hebben, als de mensen die weinig hebben gaan erop achteruit betoogde hij. Het aanpakken van de verschillen is dus goed voor iedereen.

Agnes Kant met Ineke Palm

De SP organiseerde de conferentie mede als cadeau voor Ineke Palm die recent vanwege het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd stopte met haar werk voor het wetenschappelijk bureau van de SP. De dag werd geleid door Agnes Kant. Al in maart 1994 organiseerden Kant en Palm samen een symposium over hetzelfde thema. Net als toen opende Jan Marijnissen het symposium.

SP-partijvoorzitter Ron Meyer sprak aan het einde van de conferentie. Hij bedankte Ineke Palm voor haar geweldige inzet voor de SP. Ineke streed jarenlang onvermoeibaar tegen onrecht en ongelijkheid. Hoewel zij stopt met haar werk voor het wetenschappelijk bureau zal zij op vele andere plekken deze strijd voortzetten.

De conferentie inspireerde om in verzet te komen tegen sociaaleconomische gezondheidsverschillen. Dat is precies wat de SP gaat doen volgens Meyer. ‘Van onze 10 belangrijkste verkiezingspunten, zijn er 8 een frontale aanval op maatschappelijke ongelijkheid’. Hij wees ondermeer naar het Nationaal ZorgFonds: ‘Wij zijn de initiator van een beweging die strijdt voor een toegankelijke zorg, tegen het eigen risico en tegen sociaaleconomische gezondheidsverschillen. Daarnaast strijden we voor het verhogen van het minimumloon en de AOW met 10%, en zetten we ons vol in voor goede banen en kwalitatief betere en betaalbare huurwoningen.’