SP doet negen voorstellen voor betere rijschoolbranche
De SP doet negen voorstellen om de kwaliteit van de rijschoolbranche te verbeteren. De afgelopen jaren zijn er regelmatig misstanden aan het licht gekomen. Volgens de SP moet de kwaliteit van de branche omhoog en moet er een beter toekomstperspectief komen voor de rijschoolhouders en rijinstructeurs.
Vandaag ontvangt minister Schultz van SP-Kamerlid Eric Smaling een rapport met daarin voorstellen voor een betere wet voor de rijschoolbranche. Zo wil de SP een verbod op het oprichten van spookrijscholen met het doel om het slagingspercentage te verdoezelen. Er komt een betere en meer praktijkgerichte bijscholing voor rijinstructeurs en rijinstructeurs waarvan hun slagingspercentage onder het minimum valt verliezen hun lesbevoegdheid.
‘De afgelopen jaren zijn we meerdere keren geconfronteerd met misstanden binnen de branche. Het sjoemelen met slagingspercentages, het ontduiken van belastingen of voor dumpprijzen slechte kwaliteit leveren. Aan de andere kant heeft de rijinstructeur te maken met een bijscholing dat in de praktijk een zinloos examen blijkt te zijn. We moeten nu stappen maken om deze branche er weer boven op te helpen.’ Aldus Eric Smaling.
De voorstellen van de SP om de rijschoolbranche er weer boven op te helpen:
1. De vijfjaarlijkse bijscholing blijft verplicht, net zoals bij beroepschauffeurs (code 95). Het niet deelnemen aan de bijscholing zal leiden tot het verliezen van de lesbevoegdheid.
2. De sanctie bij de vijfjaarlijkse praktijkbegeleiding wordt afgeschaft, zodat die niet langer het karakter heeft van een examen maar van een bijscholing.
3. De praktijkbegeleiding wordt meer in lijn gebracht met hoe een instructeur zelf in de praktijk lesgeeft. Bij het opstellen van de nieuwe praktijkbegeleiding krijgen de rijinstructeurs een belangrijke inbreng. Zo sluit de bijscholing beter aan bij de behoefte van de rijinstructeurs.
4. Er komen aanvullende toelatingseisen om te kunnen starten aan de opleiding tot rijinstructeur. Zo moeten starters minimaal vijf jaar rijervaring hebben en een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) kunnen overleggen.
5. De opleiding tot rijinstructeur wordt uitgebreid met een onderdeel over zelfstandig ondernemen. Binnen dit onderdeel ligt de nadruk op het vergroten van de basiskennis over ondernemen. Bijvoorbeeld hoe kostprijsberekeningen gemaakt moeten worden, hoe een administratie eruit moet zien en welke belastingregels er gelden.
6. De branche wordt gestimuleerd om een CAO op te stellen zodat de rechten en plichten van rijinstructeurs in loondienst beter geborgd zijn.
7. De politie en de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT ) gaan actief controleren of de rijinstructeurs in het bezit zijn van een geldige lesbevoegdheid.
8. Leerlingen moeten erop kunnen vertrouwen dat slagingspercentages van rijscholen kloppen. Daarom komt er een verbod op spookrijscholen, waarbij rijschoolhouders twee rijscholen hebben. De goede leerlingen rijden af op de ene school. De matige leerlingen, zonder dat ze het zelf weten, rijden af op een andere rijschool met een andere rijschoolnaam.
9. De sanctie van het kwijtraken van de lesbevoegdheid komt los te staan van de praktijkbegeleiding maar wordt verbonden aan een minimum slagingspercentage: rijinstructeurs met een slagingspercentage onder dat minimum verliezen hun lesbevoegdheid.