Siderius presenteert wetsvoorstel kleine klassen
Klassen in het basisonderwijs moeten veel kleiner worden. Het wetsvoorstel van SP-Kamerlid Tjitske Siderius maakt per direct een eind aan klassen van 30 of meer leerlingen en werkt op termijn toe naar een gemiddelde klassengrootte van 23 leerlingen. 'De SP start een kleine klassenstrijd voor beter onderwijs. Kleine klassen zorgen voor meer aandacht en ondersteuning voor de leerlingen en verlagen de werkdruk van leraren. Dit mes snijdt aan twee kanten.'
Eén op de elf klassen in het basisonderwijs bestaat nu uit 30 of meer leerlingen. Siderius: 'De invoering van het passend onderwijs is een catastrofe gebleken. Dat maakt kleinere klassen nog noodzakelijker. Juist ook zwakkere leerlingen hebben veel baat bij kleine klassen en persoonlijke aandacht van de leraar. Door de werkdruk te verlagen van docenten kan de onderwijskwaliteit ook verbeteren.´
De SP vindt dat de tijd van vrijwilligheid voorbij is. 'Klassenverkleining is vooralsnog afhankelijk gemaakt van de bereidwilligheid en willekeur van individuele schoolbesturen. Dat heeft niet het gewenste resultaat gegeven. Het is tijd voor een harde grens: een wet voor kleine klassen.
Het wetsvoorstel in het kort:
- in het wetsvoorstel wordt een leraar-leerling ratio ingesteld. Daarbij telt het aantal leerlingen per voltijds, bevoegde onderwijsgevende leerkracht. Ander personeel (klassenassistenten, directeuren, interne begeleiders etc.) vallen niet meer onder deze definitie.
- per direct wordt het maximum leraar/leerling ratio gesteld op 29
- op termijn verschuift deze ratio naar gemiddeld 23 op school- of locatieniveau.
- scholen worden verplicht om gegevens over groepsgrootte en de leraar/leerling ratio jaarlijks te verantwoorden aan de onderwijsinspectie
- het gemiddelde leraar/leerling ratio wordt als bekostigingsvoorwaarde opgenomen in de Wet op het primair onderwijs
- de komende jaren maakt de SP geld vrij (uiteindelijk 600 miljoen extra) om te komen tot kleine klassen in het basisonderwijs. Dit geld mag niet aan andere zaken worden besteed en wordt geoormerkt binnen de lumpsumfinanciering van het basisonderwijs.