SP: Invloed lobbyisten in Europa ondermijnt democratie

Vandaag bracht lobbywaakhond Transparency International zijn rapport uit over de invloed van lobbyisten in Europa. De situatie blijkt alarmerend: noch de Europese instellingen, noch de meeste lidstaten hebben hun wetgeving op dit gebied op orde. SP-Europarlementariër De Jong: ´Het rapport van TI laat zien dat veel lobbypraktijken in het duister plaatsvinden, dat er voortdurend belangenconflicten dreigen bij politici en ambtenaren en dat lobbyisten, zowel in Brussel als in de lidstaten, vooral de belangen van grote bedrijven vertegenwoordigen. Dit ondermijnt de democratie. Daarom moeten we in Brussel snel een verplicht lobbyregister invoeren en moet via een ´voetafdruk´ duidelijk worden welke lobbyisten invloed hebben gehad op wetsvoorstellen van de Europese Commissie en op de wetgevende rapporten van het Europees Parlement´.

Al jaren vraagt de SP in het Europees Parlement meer aandacht voor transparantie. Vorig jaar stemde het EP in met het voorstel van De Jong om hiervoor een apart netwerk (intergroep) op te richten. De Jong: ´Van het netwerk zijn inmiddels bijna honderd Europarlementariërs lid. Zij delen de visie dat lobbyen op zich een legitieme activiteit is, maar dat we wel moeten weten wie zich met lobbyen bezighoudt, welke invloed lobbyisten hebben op Europese wetgeving en dat er garanties moeten zijn voor een zeker evenwicht tussen de invloed van lobbyisten voor grote bedrijven en die voor bijvoorbeeld het MKB, de vakbeweging, en milieu- en consumentenbelangen´.

Het netwerk wil snel concrete resultaten zien. De Jong: ´We willen zo snel mogelijk een officieel wetsvoorstel van de Commissie voor de invoering van een verplicht Europees lobbyregister. Het huidige vrijwillige register voldoet niet: te weinig lobbyisten schrijven zich in en er wordt niet of nauwelijks gecontroleerd of de ingevoerde gegevens kloppen. Daarnaast moet de Commissie verplicht worden bij wetsvoorstellen duidelijk te maken welke lobbyisten invloed hebben gehad, en moet het Europees Parlement hetzelfde doen, zodra het een rapport over een wetsvoorstel schrijft. Ook moeten de gedragscode voor Europarlementariërs worden aangescherpt, zodat belangenconflicten worden voorkomen, aangezien nogal wat Europarlementariërs bijbaantjes hebben bij bedrijven, advocatenkantoren en financiële instellingen. Tenslotte moeten ook de regels worden aangescherpt over het vermijden van belangenconflicten na afloop van het mandaat als Europarlementariër: te vaak aanvaarden ex-Europarlementariërs onmiddellijk functies op het gebied waarvoor zij in het EP verantwoordelijk waren. Daar moet in ieder geval een ´afkoelingsperiode´ van drie jaar tussen zitten´.