Mission impossible in Mali
Vluchtende Chinese bewaking, kapotte toiletten, de VN als 'black-box'. De missie naar Mali gaat niet over rozen. SP kamerlid Jasper van Dijk bracht een werkbezoek aan de Nederlandse militairen en schreef deze impressie.
Het Nederlandse Kamp Castor bevindt zich in Gao, een plaats in het midden van Mali. Hier moeten de circa 450 Nederlandse militairen samen met ongeveer 10.000 andere militairen VN-missie MINUSMA uitvoeren (United Nations Multidimensional Integrated Stabilisation Mission in Mali). De missie bestaat uit het stabiliseren van Mali, het beschermen van de bevolking, het herstellen van het staatsgezag en het verzoenen van bevolkingsgroepen.
De aanleiding
Mali heeft circa 16 miljoen inwoners en is qua oppervlak ruim 30 keer groter dan Nederland. De spanningen vinden vooral plaats in het noorden. Daar zitten verschillende bevolkingsgroepen - met name Toeareg - die zich willen afscheiden van Mali. Ook zijn er terroristische groepen actief in de gehele Sahel-regio. Sommigen zijn verwant aan Al Qaida.
De VN-missie begon vorig jaar, nadat het Franse leger jihadistische strijders had verjaagd. Deze strijders waren veelal afkomstig uit Libië, die na de val van kolonel Khadaffi richting Mali trokken. Aanvankelijk waren het vooral Toeareg die streden voor onafhankelijkheid in het noorden. Zij werden echter overlopen door jihadistische strijders. Na het ingrijpen van de Fransen heeft een deel van de Toeareg opnieuw de macht overgenomen in het noorden van Mali. Daar vinden nog steeds gevechten plaats tussen "pro-Malinese" strijdgroepen en strijders die onafhankelijkheid nastreven.
Neutraliteit
Er zit een grote tegenstrijdigheid in het VN-mandaat. Enerzijds wil men strijdende groepen verzoenen, anderzijds wil men het staatsgezag van de Malinese regering herstellen. Een deel van de strijders wil nu juist onafhankelijk worden van Mali. Zij zien de VN-missie als een verlengstuk van de Malinese regering. Daarmee verliest de VN zijn neutraliteit. Bovendien zijn momenteel onderhandelingen bezig tussen de verschillende groepen. Centraal staat de vraag in hoeverre groeperingen in het noorden zelfstandigheid krijgen. Zolang er geen overeenkomst is, kan de VN-missie nauwelijks effectief opereren. Immers: welke "staat" moet hersteld worden?
De onlusten in het noorden worden met name veroorzaakt door armoede en achterstelling. De Toeareg zijn decennialang verwaarloosd door de Malinese regering. Zij houden zich staande met handel in drugs en wapens. Gewapende groeperingen zijn actief in de hele Sahel-regio. Ze trekken zich niets aan van de onnatuurlijke, koloniale grenzen van Mali, Algerije, Niger, Tsjaad en Mauritanië. De VN-missie beperkt zich echter tot Mali, waardoor strijders in de buurlanden kunnen afwachten tot de VN uit Mali zijn vertrokken.
De Nederlandse missie
De Nederlanders in Mali moeten vooral inlichtingen verzamelen. Daartoe zijn zij uitgerust met geavanceerde middelen, zoals drones, Apaches en Chinook-helikopters. Commando's gaan op pad om de verschillende groeperingen in het reusachtige gebied in kaart te brengen. Dat leidt tot een enorme berg informatie die aan het VN-hoofdkwartier wordt doorgespeeld. De VN wordt letterlijk een "black-box" genoemd, omdat volstrekt onduidelijk is wat er met de informatie wordt gedaan. Meermaals werd ons verteld dat dit frustrerend is. Het ontbreekt de VN aan een campagneplan, waaruit je de conclusie kan trekken dat vooral informatie wordt vergaard, zonder dat daaraan vervolg wordt gegeven.
Omstandigheden op het kamp
Volgens de militaire leiding worden klachten over de omstandigheden op het kamp zwaar overdreven. Het zou maar een klein groepje zijn dat moeite heeft met de kapotte wc's, gebrekkige verkoeling, het tekort aan water en de onveiligheid: "Het is nu eenmaal geen 5-sterren hotel." Niettemin ergeren militairen zich aan de tekortschietende voorzieningen en wordt breed erkend dat de veiligheid beter kan. De beveiligde containers zijn pas in april volgend jaar klaar, terwijl die er al hadden moeten zijn. De tenten bevinden zich op enkele meters van het hekwerk dat hen van de buitenwereld scheidt. Een aanslag kan eenvoudig gepleegd worden.
De bewaking van het kamp zou door chinezen gedaan worden. Daar komt echter weinig van terecht. De chinezen zijn slechts op werkdagen aanwezig van 08:00 tot 15:00. De overige uren en in het weekend wordt het kamp door de Nederlanders zelf bewaakt. De Chinese bewaking stelt bovendien weinig voor. Als iemand het kamp nadert, vluchten ze weg, zo wordt gezegd.
Van hoog tot laag wordt geklaagd over het werken onder VN-vlag. De VN zou bureaucratisch, log en traag functioneren. Als er vlieguren worden aangevraagd, moet men weken wachten op toestemming. In het weekend is de VN überhaupt niet bereikbaar. Het slaan van een extra waterput wordt niet toegestaan, ondanks de gebrekkige watervoorziening.
Bamako
In hoofdstad Bamako bevindt zich kamp Bifrost dat door de Noren is gebouwd. De omstandigheden zijn aanzienlijk beter. Militairen slapen in aparte cabines (in plaats van met negen man in een tent), de airconditioning is beter en er zijn meer mogelijkheden voor ontspanning.
In de hoofdstad bevindt zich ook de politiemissie UNPOL, met circa 20 Nederlandse politiefunctionarissen. Het doel is om de Malinese politie te trainen. Door de enorme corruptie hebben echter weinig Malinezen behoefte om agent te worden; men heeft simpelweg een hekel aan agenten. In de praktijk worden vooral zittende agenten geschoold. Er is echter een groot tekort aan mensen om de trainingen te geven.
In Bamako spreken we met de (tijdelijk) opvolger van Bert Koenders, David Gressly. Hij hoopt op een goede uitkomst van de 'dialoog' in Algerije, waaronder een zekere erkenning voor de bevolking in het noorden. Vanwege de langdurige spanningen tussen Noord en Zuid-Mali, zal de missie volgens Gressly op zijn minst 15 tot 20 jaar moeten duren. Hij belooft de Nederlanders om de bureaucratie van de VN aan te pakken.
Conclusie
Er is een groot verschil tussen papier en werkelijkheid. Op papier lijkt MINUSMA van belang om de vrede in Mali te herstellen. Zo wordt het ook naar buiten gepresenteerd, in Kamerbrieven en persberichten. In werkelijkheid is het maar de vraag of de VN in staat zijn om stabiliteit te creëren in dit reusachtige land met talloze groeperingen die zich van grenzen weinig aantrekken.
In de praktijk blijkt ook dat de VN veel bureaucratischer is dan wordt voorgesteld. Bovendien valt nogal wat af te dingen op de samenwerking tussen de deelnemende landen, zoals tussen de Chinezen en de Nederlanders. Daarnaast wordt melding gemaakt van mensenrechtenschendingen door VN-militairen en moeten de Afrikaanse VN-landen het met aanzienlijk minder goed materieel stellen.
Bovendien kampt de VN met een tegenstrijdig mandaat. Enerzijds wil men het staatsgezag herstellen, anderzijds moeten strijdende groepen verzoend worden. Niet alle groeperingen erkennen het Malinese staatsgezag. Zij zien de VN-macht als een verlengstuk van de Malinese regering waar zij niets van moeten hebben. Er zijn reeds meer dan 30 VN-militairen gedood.
De VN-missie kan zelfs averechts werken wanneer het voor Mali en buurlanden aanleiding geeft om achterover te leunen ('de VN lost het wel op'). Het is cruciaal dat achtergestelde groepen zoals de Toeareg, erkenning krijgen van de Malinese autoriteiten. Zolang de VN op militair, diplomatiek en humanitair terrein de leiding in handen hebben, geeft dat betrokken landen minder reden om zelf actief te worden. Het draagvlak van de Malinese overheid onder de bevolking is al minimaal vanwege de enorme corruptie. Ook door leningen en ontwikkelingshulp is er minder aanleiding om de bevolking serieus te nemen. De verontwaardiging was groot toen de president van Mali onlangs een nieuw vliegtuig aanschafte ter waarde van 30 miljoen euro.
Dan is er nog de dubbele agenda van diverse betrokken landen. Frankrijk voert op eigen houtje strijd tegen terroristen uit de regio. Verschillende Malinezen wijzen erop dat de Fransen vooral de grondstoffen willen veiligstellen die zich in Mali bevinden. Om die reden zou Frankrijk het niet erg vinden als de Toeareg zeggenschap krijgen over een zelfstandig Noord-Mali ("de zogenaamde republiek Azawad"). Het is een klassieke verdeel-en-heers-politiek, waarbij Noord en Zuid Mali verzwakt worden ten bate van de Fransen. Ook buurlanden (Niger, Algerije) zouden gebaat zijn bij een instabiel Mali. Het maakt uitvoering van de VN-missie niet makkelijker.
Mission impossible
Op papier lijkt het een mooi doel om Mali veilig te maken. In de praktijk heeft deze VN-missie veel weg van een mission impossible. De aanwezigheid van VN-troepen kan hooguit tijdelijk zorgen voor enige stabiliteit. Het conflict tussen Noord- en Zuid-Mali speelt al decennia. Strijders in het noorden trekken zich weinig aan van de onnatuurlijke grenzen, terwijl de missie zich tot Mali beperkt.
De missie wordt zelfs contraproductief als hij nieuw geweld aantrekt. De recente aanslag met dodelijke afloop voor 9 VN-militairen uit Niger wijst daarop. Een aanslag op Nederlandse militairen is niet ondenkbaar. Zeker nu dieper in het noorden wordt geopereerd, waar het geweld toeneemt. MINUSMA kan dan ontaarden in een vechtmissie.
In plaats van een militaire missie, kiest de SP voor een politieke oplossing en voor intensivering van de humanitaire hulp. 140.000 mensen in Mali zijn ontheemd. Tegelijk is het voor honderdduizenden mensen moeilijk om aan voedsel te komen. Van de benodigde 480 miljoen dollar voor noodhulp is nog geen 50 procent beschikbaar. De VN-missie kost tot nu toe reeds 650 miljoen euro. Laten we een kostbare, uitzichtloze missie voorkomen door het geld in te zetten voor humanitaire hulp.
Van 17 tot 20 oktober ging SP-Kamerlid Jasper van Dijk met de commissie Defensie naar Mali. Twee dagen verbleef hij op het Nederlandse Kamp Castor in Gao. Daarnaast verbleef hij twee dagen in hoofdstad Bamako waar ook het hoofdkwartier van de VN-missie zetelt.
Dit artikel verscheen eerder op de website van Trouw