Sociaal begroten: lasten omlaag, betere zorg
De SP trekt in de vandaag gepresenteerde tegenbegroting extra geld uit voor zorg, sociale zekerheid en onderwijs. In de zorg worden de bezuinigingen op de thuiszorg en dagbesteding voor ouderen en mensen met een beperking helemaal teruggedraaid. In het onderwijs wordt geïnvesteerd in kleinere klassen. Met een pakket maatregelen van 900 miljoen zet de SP een eerste stap om de afbraak op het gebied van de sociale zekerheid te herstellen. Er komt een noodfonds voor de sociale werkplaatsen en de jeugdwerkloosheid wordt aangepakt. De verhuurderheffing wordt in stappen afgebouwd. Hier staat tegenover dat woningcorporaties moeten gaan investeren in de bouw en renovatie van huurwoningen. Dat schept banen en groei.
Om de koopkracht van burgers te verbeteren verhoogt de SP de algemene heffingskorting met 175 euro, gaat de arbeidskorting omhoog met 200 euro en wordt de eerste schijf van de inkomstenbelasting verlaagd. Opgeteld levert dit een koopkrachtimpuls op ter waarde van zes miljard euro. Ook wordt het sociaal minimum verhoogd, zodat mensen met een bijstandsuitkering er niet nog verder op achteruit gaan.
De SP verhoogt de winstbelasting voor de allergrootste bedrijven. De jarenlange verlaging van de lasten voor deze bedrijven wordt daarmee gestopt ten gunste van werknemers en kleine spaarders. In de vermogensbelasting voert de SP een vermogenswinstbelasting in. Dat is gunstig voor kleine spaarders. Mensen met grote vermogens – die vaak grote winsten maken op hun vermogen – worden door deze wijziging automatisch zwaarder belast.
Besparingen vindt de SP bij het schrappen van bureaucratie in de zorg en het onderwijs, schrappen van asfalt en bij het inkomensafhankelijk maken van de kinderbijslag. Deze besparingen scheppen ruimte voor extra investeringen in de rechtsstaat. Justitie krijgt er 200 miljoen euro bij, de prijzen van treinkaartjes worden verlaagd en er is extra geld voor duurzame energie en energiebesparingen in woningen.
De tegenbegroting van de SP leidt tot een netto verlaging van 3,3 miljard euro op de uitgaven en een lastenverlichting van 5,2 miljard euro. Het begrotingstekort komt met de plannen van de SP uit op circa 2,5% van het bruto binnenlands product.