Eerste Kamer zwaait Arjan Vliegenthart uit
Na zeven jaar buitengewoon actief lidmaatschap van de Eerste Kamer maakt Arjan Vliegenthart de overstap van Den Haag naar Amsterdam, waar hij sinds kort als wethouder aangetreden is. Zijn vertrek werd in de Eerste Kamer gememoreerd in aanwezigheid van een groot aantal senatoren, ex-senatoren en SP-leider Emile Roemer.
Kamervoorzitter Ankie Broekers-Knol stelde in haar afscheidsspeech vast dat het jongste lid van de SP-senaatsfractie zeker node gemist zal worden in het werk van de Senaat, waarin hij een belangrijke rol vervulde. Maar, zo zei ze, er is alle reden om erop te rekenen dat hij voor Amsterdam een grote politieke aanwinst zal blijken. En dat geeft de Senaat - waar Arjan Vliegenthart sinds 2007 deel van uitmaakte - ook alle reden voor gepaste trots, aldus de Kamervoorzitter.
Arjan Vliegenthart was op vele gebieden actief op het Binnenhof, onder meer als vicevoorzitter van het grote parlementaire onderzoek van de Senaat naar de privatisering en verzelfstandiging van overheidsdiensten. Verder was hij drijvende kracht achter de uiteindelijke totstandkoming van een diepgravend onderzoek naar de Nederlandse politieke betrokkenheid bij de oorlog in Irak. Onder zijn aanvoering werden ook de omstreden plannen van minister Plasterk over bestuurlijke hervorming van Nederland door een vrijwel voltallige Senaat als onvoldoende gefundeerd terzijde geschoven. Mede daarom staakte de minister kort geleden zijn pogingen om tot de vorming van een 'superprovincie' te komen.
SP-fractievoorzitter in de Eerste Kamer Tiny Kox constateerde dat Arjan Vliegenthart echte invulling heeft gegeven aan de heroverdenkingsfunctie die de Senaat zichzelf graag toedicht. Inclusief de heroverdenking over de taak en toekomst van de Eerste Kamer zelf in het Nederlandse politieke bestel. Daarover schreef hij samen met SP-Kamerlid Ronald van Raak, eerder ook lid van de Senaat, het boek 'De andere kant van het Binnenhof'.
In zijn slotwoord zei Arjan Vliegenthart dat hij het werk in de Senaat erg zal missen en dat hij in zijn eerste parlementaire functie veel geleerd heeft. Verwijzend naar de aanname deze week van de Participatiewet door de Eerste Kamer, vertelde hij dat hij in zijn nieuwe werk meteen de gevolgen daarvan op zijn bord krijgt, als wethouder werk en inkomen in Amsterdam. 'Als blijkt dat ik mijn werk niet naar behoren kan uitvoeren omdat er te weinig geld voor is, weet dan dat ik u dat hier zal komen vertellen', zo waarschuwde hij alvast.