Van Gerven: scherp wet aan om nieuwe Q-koorts te voorkomen
Er moet een wettelijke minimumafstand worden afgesproken tussen veehouderijen en omwonenden. Daarnaast moeten volksgezondheidsrisico's worden getoetst bij ruimtelijke ordeningsbeslissingen. Dat stelt SP-Kamerlid Henk van Gerven in de initiatiefnota 'Een gezonde veehouderij', die vrijdag werd gepresenteerd. Van Gerven vraagt de regering in de nota om omwonenden te beschermen tegen risico's voor de volksgezondheid vanuit de veehouderij.
Het symposium werd geopend door Emile Roemer
'De wettelijke borging van volksgezondheid is de laatste jaren eerder verslechterd dan verbeterd. Zelfs ondanks de lessen die we hebben kunnen leren van de Q-koorts', aldus Van Gerven. 'We moeten de discussie over volksgezondheid blijven voeren zodat de regering hier scherp op blijft.'
Jelle Doosjes (GGD, links) en Henk Jans (milieuarts)
In 2010 pleitten de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en GGD Nederland voor wijziging van de wet op het gebied van vergunningverlening. Ten tijde van de Q-koorts bleek dat gemeenten geitenhouderijen geen vergunning mochten weigeren op basis van volksgezondheidsargumenten. Deze wetswijziging is er echter nooit gekomen. In de initiatiefnota benadrukt Van Gerven het belang van deze wijziging. 'Als de volksgezondheid mogelijk in het gedrang is, dan moeten gemeenten, provincies en rijk actie kunnen ondernemen. Daar is nu veel te weinig ruimte voor. Ik wil dat overheden vergunningen kunnen weigeren of intrekken als er risico bestaat voor bijvoorbeeld een nieuwe Q-koorts-epidemie.'
Henk van Gerven
'Voorzorg moet het uitgangspunt van beleid zijn. Als er een verband tussen ziekte en intensieve veehouderij aannemelijk is, moet de overheid in kunnen grijpen.' Van Gerven stelt dat als dit principe was gehanteerd ten tijde van de Q-koorts had er twee jaar eerder ingegrepen kunnen worden. ‘Ongetwijfeld was dan het aantal van 4000 ernstige infecties, 25 doden en honderden chronische patiënten veel lager geweest.'
De 7 voorstellen:
- De mogelijkheid tot een moratorium op agrarische activiteiten op basis van het voorzorgbeginsel in geval van een ernstige bedreiging van de volksgezondheid.
- Gezondheidsrisico’s worden erkend als belangrijk toetsingscriterium van ruimtelijke beslissingen (zoals bestemmingsplannen). De omgevingswet moet gaan verwijzen naar de Wet publieke gezondheid en naar het Beoordelingskader gezondheid en milieu.
- Minimumafstand tussen veehouderij en bewoning. Dit gebeurt op basis van voorzorg en geldt voor alle nieuwe vergunningaanvragen. Deze maatregel wordt aangevuld met een stand still beginsel, dat als doel heeft verdere beweging van dierhouderijen naar bewoningskernen en toename van dieraantallen nabij bewoning tegen te gaan.
- De wetgeving omtrent geuroverlast wordt versterkt door de normen aan te scherpen en de cumulatieve effecten verplicht te toetsen.
- Een maximum endotoxineniveau van 30 EU/m3 wordt landelijk vastgesteld.
- Verspreiding van ziekteverwekkers wordt actief tegengegaan.
- Onderzoek naar gezondheidsrisico’s door zoönoses (ziektes die van dieren op mensen kunnen overgaan), effecten van endotoxinen en gezondheidsrisico’s door nabijheid veehouderij wordt geïntensiveerd
Johan van der Hout (gedeputeerde Noord-Brabant, links) en Toon van Hoof (LTO)