De Jong: geen discussie over EU openbaar ministerie maar orde op zaken bij OLAF
Gisteren werd bekend dat voormalig Eurocommissaris Dalli niet door de Maltese justitie wordt vervolgd, ondanks een onderzoeksrapport van EU-fraude waakhond Olaf tegen hem. SP-Europarlementariër Dennis de Jong: ‘Tot nu toe geloofde ik niet zo in het idee dat Dalli door Barroso is ontslagen, omdat zijn voorstel voor nieuwe tabakswetgeving slecht was gevallen bij de tabakslobby, en dat er wel degelijk aanwijzingen waren dat Dalli zelf betrokken was bij corruptie. De uitspraak van de Maltese rechter toont echter aan dat OLAF prutswerk heeft geleverd en daarom eis ik alsnog een uitvoerig onderzoek naar wat hier allemaal aan de hand is. Wat mij betreft is de positie van het hoofd van OLAF, de Italiaan Kessler, onhoudbaar geworden.´
Eerder leverde het toezichthoudend comité op OLAF al zware kritiek op de handelwijze van deze organisatie. Het comité werd pas achteraf geïnformeerd over de Dalli-zaak en was geschrokken van de vele procedurefouten die OLAF in dit onderzoek had gemaakt. De Jong: ´Het is duidelijk dat OLAF in paniek was en snel met een vernietigend rapport tegen Dalli moest komen. Natuurlijk vind ook ik, als vicevoorzitter van de speciale commissie van het Europees Parlement tegen georganiseerde misdaad en corruptie, dat misstanden snel moeten worden aangepakt, juist ook als het een Eurocommissaris betreft. Deze zaak stinkt echter. De rechten van de verdachte zijn met voeten getreden en de uitspraak van de Maltese rechter toont aan dat het bewijsmateriaal tegen Dalli flinterdun was. In de begrotingscontrolecommissie gaan we aan de hand van verschillende rapporten het functioneren van OLAF bespreken. Ik ga hier bovenop zitten. ´
Juist vandaag stemt het EP over het tussenrapport van de speciale commissie tegen georganiseerde misdaad en corruptie. De Jong: ‘Het is een goede zaak dat grensoverschrijdende criminaliteit door de EU serieus wordt genomen en het rapport bevat vele goede ideeën. Het is echter bizar dat juist door grote druk vanuit OLAF, het rapport oproept tot de oprichting van een Europees Openbaar Ministerie. Het is in Brussel algemeen bekend dat OLAF daarbij een rol voor zichzelf opeist. Vandaar ook dat de Commissie voortdurend wijst op het feit dat lidstaten vaak geen vervolg geven aan oproepen van OLAF. De vraag is echter of dat aan de lidstaten ligt of aan de kwaliteit van de onderzoeken van OLAF. Als de Europese Commissie al niet in staat is de kwaliteit en onafhankelijkheid van de eigen Anti-Fraude Waakhond te verzekeren, houd ik mijn hart vast voor de kwaliteit van een Europees Openbaar Ministerie. Daar kunnen we dan ook beter maar niet aan beginnen.´