Zes op de tien chauffeurs ziet geen toekomst meer in wegvervoer
Oneerlijke concurrentie, uitbuiting van buitenlandse werknemers en gevaarlijke situaties op de weg, zomaar een greep uit de verhalen die binnenkwamen bij de door 3000 vrachtwagenchauffeurs ingevulde enquête over de toekomst van de transportsector. SP-Europarlementariër Dennis de Jong: ‘Ik heb het afgelopen jaar al veel gehoord over de problemen van vrachtwagenchauffeurs maar de uitkomsten van deze enquête zijn schokkend. Zes op de tien chauffeurs ziet het niet meer zitten om door te gaan als chauffeur vanwege de problemen in de sector.’
De uitgebreide enquête werd in zes weken door bijna 3000 chauffeurs ingevuld. De vragen gingen onder meer over de financiële positie van chauffeurs, veiligheid op de weg, het gebruik van de digitale tachograaf en de toekomst van de transportsector. De Jong: ‘Bijna alle chauffeurs geven aan trots te zijn op hun werk, maar tegelijkertijd met grote problemen te zitten. Zo gaven zeven van de tien chauffeurs aan er de afgelopen jaren financieel op achteruit te zijn gegaan. Hoe groot de nood is blijkt ook uit de steun van twee op de drie chauffeurs om de werking van de niet geliefde tachograaf uit te breiden met een locatie functie om zo misbruik tegen te gaan.’
De resultaten van de enquête zullen worden gebundeld in een zwartboek, dat aangeboden zal worden aan Eurocommissaris Siim Kallas. De Eurocommissaris had tijdens een eerder gesprek met De Jong en enkele collega Europarlementariërs al aangegeven uit te zien naar het zwartboek en verbetervoorstellen. De Jong: ‘Ik zal hem naast het zwartboek ook een lijst met concrete aanbevelingen doen voor de nu geldende Europese regels en voor mogelijke nieuwe normen. Onder meer de door Brussel opgestelde regels over cabotage, het aannemen van een binnenlandse rit door een buitenlandse chauffeur, moeten worden aangescherpt en zeker niet verruimd, zoals Kallas eerder nog wilde.’
De chauffeurs gaven bij het invullen van de enquête aan dat hoewel veel van de problemen samenhangen met de concurrentie door Oost-Europese chauffeurs, zij niet deze chauffeurs de schuld geven, maar juist pleiten voor een harde aanpak van de bedrijven die hen vaak via illegale constructies en zonder respect voor de geldende CAOs in dienst nemen. Negen op de tien chauffeurs ziet grote verschillen in de beloning die de Oost-Europese chauffeurs ontvangen ten opzichte van de Nederlandse chauffeurs. De Jong: ‘Onderweg worden de chauffeurs geconfronteerd met de gevolgen voor hun Oost-Europese collega’s. Zo moeten Oost-Europese chauffeurs soms dagen op een parkeerplaats wachten en hebben ze te weinig geld om in een wegrestaurant wat te eten, waardoor ze veelal op de parkeerplaats moeten koken. Sanitaire voorzieningen zijn er vaak niet en als ze er al zijn, zijn ze kapot of smerig door het vele gebruik ervan. Het is voor iedereen duidelijk dat de chauffeurs uit Oost-Europa niet rijk worden van het werk’.
De chauffeurs wijzen vooral op de vele schijnconstructies die door malafide bedrijven gebruikt worden. De Jong: ‘Eén op de acht chauffeurs kreeg in het afgelopen jaar de keuze tussen ontslag of het aanvaarden van een nieuw contract via een uitzendbureau. Dit werd bekend als de ‘Cyprus-route’: de chauffeurs komen in dienst van een postbusfirma en krijgen vanaf dat moment te maken met veel slechtere arbeidsvoorwaarden. Voor de sociale zekerheid en pensioenrechten geldt vanaf dat moment niet langer het Nederlandse recht, maar dat van de staat waar het uitzendbureau is gevestigd. Dit is illegaal, maar er wordt nauwelijks tegen opgetreden, o.a. doordat dergelijke uitzendbureaus onvoldoende worden geregistreerd. Via een centraal registratiesysteem en simpele maatregelen, zoals de eis voor alle bij je bedrijf geregistreerde wagens parkeervoorzieningen te moeten hebben, kun je deze praktijken wel degelijk aanpakken’.
Een op de vier chauffeurs kent voorbeelden van schijnzelfstandigen die het hele jaar door rijden voor hetzelfde bedrijf zonder eigen wagen. Vaak hebben deze chauffeurs ook niet de vereiste papieren. Bij het invullen van de enquête noemden veel chauffeurs namen van Nederlandse transportbedrijven die gebruik maken van illegale constructies. De Jong: ‘Het zou goed zijn als de arbeidsinspecties deze bedrijven eens wat scherper in de gaten zou houden en vaker onaangekondigd zou controleren. Dan moet het beleid van de Nederlandse regering wel radicaal om, want nu wordt er nog volop bezuinigd op inspecties, o.a. via handhavingscontracten waarbij een bedrijf van controle wordt vrijgesteld, als het een paar jaar aan de regels heeft voldaan’.
Een laatste punt van grote ergernis is het gevoel van Nederlandse chauffeurs dat ze door de politie in het buitenland vaker een boete krijgen, omdat Nederlanders hun talen spreken en altijd netjes boetes betalen. De Jong: ‘Dat kan natuurlijk niet, boetes moeten worden uitgeschreven omdat er regels worden overtreden, ongeacht de vraag of de boete vervolgens gemakkelijk te innen valt of niet. Ik wil dan ook dat hierover tussen de verkeerspolitiediensten in Europa duidelijke afspraken gemaakt worden: controles moeten objectief worden en er mag niet gediscrimineerd worden op de kleur van het kenteken’.
Alle chauffeurs die aangegeven hebben op de hoogte gehouden te worden van de resultaten van de enquête, krijgen begin volgende week een samenvatting thuis gestuurd. Later deze maand zullen alle resultaten worden gebundeld in een nieuwe publicatie van de SP, ‘De chauffeur aan het woord’.