Vroeg of laat: opheffen waterschappen

In maart 1999 deed SP-Kamerlid Remi Poppe in de Tweede Kamer de oproep om het bestuur van de waterschappen onder te brengen bij de provincie. Dat had volgens Poppe drie voordelen. Provincies en waterschappen hoeven geen ruzie meer te maken over het waterbeleid, de provincie is verantwoordelijk. De waterschapsbesturen verdwijnen, waardoor het bestuur goedkoper wordt. En de Provinciale Staten zijn ook nog eens democratischer gekozen dan de waterschappen. Het voorstel van de SP om de waterschappen op te heffen kreeg toen echter geen steun in de Tweede Kamer.

De waterschappen zijn de oudste bestuurlijke laag van Nederland, die teruggaat tot de dertiende eeuw. Burgers gingen toen samenwerken in onze gemeenschappelijke strijd tegen het water. Tegenwoordig zijn waterschappen niet meer een samenwerkingsverband van burgers, maar een kleverige bestuurslaag. Dat werd nog erger toen vanaf 2008 politieke partijen mochten deelnemen aan de waterschapsverkiezingen. Terwijl een belangrijk deel van het waterschapsbeleid in de provincies wordt gemaakt.

November 2011 Een meerderheid van de Tweede Kamer van SP, D66, PvdA en PVV vraagt minister Donner om het bestuur van de waterschappen alsnog onder te brengen bij de provincie. Volgens SP-Kamerlid Ronald van Raak lijkt Remi Poppe alsnog gelijk te krijgen: ‘Het heeft even geduurd, maar eindelijk is er een Kamermeerderheid. Dat is goed voor de staatskas, omdat we een hele bestuurslaag kunnen afschaffen. Maar het is ook goed voor de veiligheid, omdat we nu makkelijker goed waterbeleid kunnen maken. We gaan alleen de besturen van de waterschappen opheffen, de mensen die het werk uitvoeren blijven natuurlijk gewoon hun werk doen. De pompen moeten blijven draaien!'