Vroeg of laat: het persoonsgebonden budget (pgb)
In 2002 zei toenmalig SP-Kamerlid Agnes Kant over het persoonsgebonden budget:
‘Er is geen sprake van keuzevrijheid bij het PGB als er geen echt alternatief is. (…) Soms lijkt het alsof het PGB gezien wordt als een afkoopsom. Waar houdt de verantwoordelijkheid van de overheid op? Heeft de overheid geen verantwoordelijkheid meer als het geld verstrekt is? Wat moet er gebeuren als de benodigde zorg niet te vinden is? Dat blijft toch de verantwoordelijkheid van de overheid?’
Zes jaar later, in 2008, waarschuwde SP-Kamerlid Renske Leijten voor de onstuimige groei van het aantal pgb’s.
‘De groei van het aantal aanvragen van het persoonsgebonden budget is een signaal en het licht staat op oranje. Het persoonsgebonden budget is voor de SP-fractie een keuze, geen noodzakelijkheid. Daarom is zij zo ongerust over het feit dat mensen steeds afhankelijker worden van het persoonsgebonden budget, omdat de zorg in natura niet aanwezig is. Is er nog wel sprake van een keuze? Brengt de verschuiving van de zorg in natura het persoonsgebonden budget niet in gevaar? Het dichtgooien van de regeling lost die oorzaken dus niet op en is wat ons betreft niet de oplossing voor het stijgende aantal aanvragen voor persoonsgebonden budgetten.’
Nu, drie jaar later, is er onder pgb-houders grote onrust ontstaan over de bezuinigingsvoorstellen van VVD, CDA en PVV. Het pgb wordt grotendeels afgeschaft. Pgb-houders zijn in paniek omdat er buiten het pgb geen alternatief bestaat voor de specifieke vormen van zorg die zij nodig hebben om hun leven op orde te houden en zelfstandig te blijven. Doordat de achtereenvolgende regeringen de reguliere zorg hebben afgeknepen en met verlammende bureaucratie hebben opgezadeld, restte voor veel mensen niets anders dan het pgb. Deze vluchtheuvel wordt de mensen nu ontnomen. Het alternatief? De verschraalde zorg, waar ze niet op maat terecht kunnen.