Kamer steunt SP: Vrijheid van vergadering blijft onderdeel van mensenrechtenbeleid
Harry van Bommel is zeer tevreden dat zijn motie over de vrijheid van vereniging en vergadering vandaag in Tweede Kamer is aangenomen. De motie vroeg minister Rosenthal van Buitenlandse Zaken om naast de vrijheid van meningsuiting ook de vrijheid van vergadering en vereniging te stimuleren in het mensenrechtenbeleid. Van Bommel: 'De regering wil in de komende jaren in de mensenrechtenpolitiek voorrang geven aan de vrijheid van meningsuiting boven andere mensenrechten. Maar die mensenrechten zijn vaak onlosmakelijk met elkaar verbonden. Ik ben blij dat de Kamer mij hierin steunt.'
In veel autoritaire landen kun je als eenling soms de straf van de dictator nog net ontspringen als je mening uit, maar zodra je deze mening kracht bij wil zetten door een vereniging of vakbond op te richten ben je vogelvrij. Zo werkte het bijvoorbeeld in het Egypte van Mubarak, of andere Arabische landen. 'Veel vrijheden en burgerrechten zijn dus heel moeilijk te scheiden, dat moet de regering dan ook niet doen,' aldus Van Bommel. Het is niet alleen belangrijk in vrijheid je mening te kunnen uiten, maar minstens zo belangrijk is op te komen voor je mening en je belang. In veel landen is de vrije vakbond bijvoorbeeld niet toegestaan. Denk aan de vakbond Solidariteit in Polen in 1980. Als vakbonden al bestaan, staan die onder curatele van een autoritair regime. Het verenigen kan het best als in vrijheid besproken mag worden wat er voor actie gedaan moet worden, dat is de vrijheid van vergadering. Daarom moet de regering ook deze organisaties bevorderen. 'Deze motie draagt de regering op daaraan te werken', aldus Van Bommel.