De Jong: Transparency International rapport bewijst noodzaak harde aanpak corruptie EU
SP-Europarlementariër Dennis de Jong ziet de uitkomsten van het 7e rapport van Transparency International (TI) over de uitvoering van de OESO-Conventie tegen Omkoping als bevestiging van de noodzaak omkoping door Europese bedrijven harder aan te pakken. Uit het rapport blijkt dat veel landen ervoor terugschrikken hun eigen bedrijven aan te pakken, als die buitenlandse ambtenaren omkopen. De Jong: ‘Ook Nederland maakt nauwelijks werk van corruptiebestrijding bij in Nederland gevestigde bedrijven. Met slechts acht onderzochte zaken en geen enkele veroordeling slaan we een baggerfiguur voor een land met zoveel internationale bedrijven. En dat terwijl Shell door de VS is aangeklaagd wegens omkoping in Nigeria en vorige week bekend werd dat het betalen van steekpenningen door Philips in Polen bedrijfscultuur is. Polen is een onderzoek gestart en Nederland blijft achterwege.’
De SP-Europarlementariër heeft vorige week met Eurocommissaris Malmström afgesproken dat het Europees Parlement en de Commissie gezamenlijk op gaan trekken bij corruptiebestrijding. De toezegging van de Eurocommissaris om met het Parlement samen te werken kwam na presentatie door De Jong van een ‘call for action against corruption’ die hij met steun van Europarlementariërs van alle grote fracties aan de Eurocommissaris overhandigde. Een van de speerpunten het creëren van een gelijk speelveld voor in Europa gevestigde bedrijven. De Jong: ‘Het kan niet zo zijn dat bedrijven in de ene lidstaat vrijuit kunnen gaan en in een andere lidstaat hard worden aangepakt.’
In het rapport van TI komt duidelijk naar voren welke EU-landen werk maken van corruptiebestrijding en welke landen totaal niets uitvoeren. Oostenrijk, Estland, Griekenland, Ierland, Polen, Slowakije en Slovenië, namen niet eens de moeite om ook maar één zaak van omkoping door in die landen gevestigde bedrijven te onderzoeken. Terwijl Duitsland in 2010 135 zaken in onderzoek had 34 bedrijven veroordeelde voor omkoping, kon Nederland met geen enkele veroordeling slechts rekenen op het predicaat ‘moderate enforcement’. De Jong: ‘geen goede score als Den Haag moet gelden als de internationale hoofdstad van het recht. Nederland moet nu gaan leveren: ik verwacht snel een koersverandering van de Nederlandse regering.’