SP-senator Kox na werkbezoek: Libische oorlog bedreigt ook Tunesische revolutie
‘Tunesië bouwt vreedzaam verder aan zijn revolutie. Op 24 juli gaat de bevolking voor het eerst in vrije verkiezingen naar de stembus. Maar de oorlog in Libië bedreigt de voortgang in Tunesië. Veel vluchtelingen, weinig handel en afnemend toerisme maken dat de economie er beroerd aan toe is. En dat heeft ook politieke risico's.’ Dat zegt SP-senator Tiny Kox. Met een delegatie van de Raad van Europa bezocht hij deze week het land waar in januari de Arabische Lente begon met het wegjagen van dictator Ben-Ali na 23 jaar heerschappij.
Op 14 januari ontvlucht president Ben Ali Tunesië, na er 23 jaar aan de macht geweest te zijn.
Kox: 'Dankzij de revolutie, waarmee de Arabische lente in Noord-Afrika en het Midden-Oosten begon, mogen de Tunesiërs op 24 juli in vrijheid een grondwetgevende vergadering gaan kiezen. Die moet het land een nieuwe Grondwet geven. Een grote klus, waarvoor nog veel te doen valt. De Raad van Europa stuurt een team van waarnemers voor de verkiezingen. We kijken of we kunnen helpen bij de begeleiding van binnenlandse waarnemers. Dat kunnen we wellicht samen met het Europees Parlement doen. En we stellen onze vele ervaringen en expertise over verkiezingen en veranderingsprocessen beschikbaar. Dat hebben we deze week in Tunis afgesproken. Centraal en Oost-Europa maakten twintig jaar terug een vergelijkbare verandering door van een autoritair naar een democratisch stelsel. Van die positieve en negatieve ervaringen valt veel te leren voor de Tunesiërs.'
Kox voerde met zijn vier collega-fractievoorzitters en de president van de parlementaire assemblee van de Raad van Europa besprekingen met president Mebazaa, premier Essebsi en minister van Buitenlandse Zaken Mouldi Kefi. Ook werd overlegd met de nationale commissie die het veranderingsproces leidt en de verkiezingen voorbereidt, en met de commissie die het gewelddadig optreden van de politie tijdens de Tunesische revolutie onderzoekt. Bijzonder belangrijk was de informatie van de kant van vertegenwoordigers van de revolutionaire beweging die in januari een einde maakte aan de harde dictatuur van president Ben-Ali. Kox: 'Het positieve nieuws is dat er heel wat in gang is gezet om de revolutie tot een succes te maken. Minder goed nieuws is dat er nog veel aanhangers van het oude regime op allerlei posten zitten, bij de politie, in het justitiële apparaat, in de mediasector. Die kunnen nog veel zand in de machine gooien.'
Ronduit zorgelijk is de invloed van de burgeroorlog in buurland Libië. Kox: 'Daardoor moet Tunesië heel veel vluchtelingen opvangen. En de economische schade is groot: de handel met Libië is stilgevallen, en er komen veel minder toeristen. Dat kan politieke gevolgen hebben. Zoals premier Essebsi zei: 'Om goed te kunnen stemmen moet je voldoende te eten hebben.' Ook interim-president Mebazaa maakt zich zorgen, zo zei hij tegen de delegatie van de Raad van Europa in Tunis.
Kox: 'De president is erg bang voor een Iraaks scenario bij de buren. Hij ziet weinig heil in de militaire interventie van de NAVO. Voor je het weet, gaat het jarenlang mis in Libië, waarschuwde hij. Een begrijpelijke zorg. En een extra reden om zo snel mogelijk tot een staakt-het-vuren in Libië te komen. Dat is ook in het belang van een succesvolle voortzetting van de Tunesische revolutie.'