Vroeg of laat: hulp voor klokkenluiders
Mensen die ernstige misstanden melden, worden in Nederland vogelvrij verklaard. Veel mensen kennen de voorbeelden van klokkenluiders die hun burgerplicht deden, maar door de overheid kapot werden gemaakt. Fred Spijkers, die streed tegen foute landmijnen bij Defensie. Ad Bos, die de beerput van de bouwfraude in Nederland opengooide. En Paul Schaap, die ernstige misstanden bij de kernreactor van Petten naar buiten bracht.
Begin 2005 drong SP-Kamerlid Jan de Wit aan op een betere bescherming van klokkenluiders. De SP wilde toen een onafhankelijke commissie, die onderzoek kan doen naar meldingen, en een fonds, dat klokkenluiders financieel bijstaat.
De minister: ‘Het kabinet is niet overtuigd van de noodzaak om met wetgeving klokkenluiders in het bedrijfsleven te beschermen tegen ontslag door hun werkgever. De regering voelt ook niets voor een klokkenluidersfonds om de mensen die misstanden aan het licht brengen door vergoedingen bij te staan.’
Jan de Wit: ‘Dit is een schandelijke opstelling van het kabinet. Er wordt geen enkele oplossing geboden voor klokkenluiders.’
Verschillende SP-Kamerleden hebben sindsdien hulp geboden aan klokkenluiders. Zo steunde Krista van Velzen met succes de strijd van Fred Spijkers. In 2007 steunde de Tweede Kamer een voorstel van SP-Kamerlid Ronald van Raak om een instituut en een fonds voor klokkenluiders op te richten. De regering is echter alleen bereid een ‘meldpunt’ in te richten, dat klokkenluiders niet zelf kan helpen. Klokkenluiders worden nog steeds van het kastje naar de muur gestuurd, waardoor ernstige misstanden verborgen blijven en bestuurders en managers buiten schot blijven:
Van Raak: ‘Na grote druk van de SP heeft minister Donner een eerste stap gezet, maar een meldpunt voor klokkenluiders is veel te weinig. Mensen die misstanden melden worden naar hun baas gestuurd, of naar een vertrouwenspersoon van het bedrijf. Maar klokkenluiders hebben geen arbeidsconflict, zij melden een maatschappelijke misstand, als fraude wordt gepleegd, of de veiligheid in het gedrang is. Daarom moet er snel een instituut komen, bijvoorbeeld bij de Nationale ombudsman, dat klokkenluiders begeleidt in de juridische strijd, financiële steun geeft en zo nodig ook psychologische hulp. De Tweede Kamer heeft zich eerder uitgesproken voor een betere bescherming van klokkenluiders. Als minister Donner niet bereid is om goed werk te leveren, zal ik zelf een Wet voor klokkenluiders maken.’