Aanslag politiechef Kunduz teken aan de wand

De aanslag op politiechef Abdul Rahman Saidkhaili van de Afghaanse provincie Kunduz geeft aan dat Kunduz steeds meer een oorlogsgebied lijkt te worden. Dat is de conclusie van SP-Kamerlid Harry van Bommel, die minister Rosenthal om opheldering vraagt over de veiligheidssituatie in de noordelijke provincie. Honderden Nederlandse militairen zullen in Kunduz de opleiding van de Afghaanse Nationale Politie verzorgen. 'De politiechef is midden in de provinciehoofdstad om het leven gebracht. Ik wil van Rosenthal weten hoe hij onze militairen in zulke omstandigheden politieagenten civiele taken wil laten bijbrengen', aldus Van Bommel.

Van Bommel vraagt om een nauwkeurig inzicht in de actuele veiligheidssituatie in Kunduz, nu duidelijk is dat de gevaren voor Nederlandse militairen en hun leerlingen ook de politiechef zelf troffen. Geweld tegen politiemensen is in Afghanistan eerder regel dan uitzondering. 'De Taliban lijkt nu ook in Kunduz een offensief te beginnen. Dat maakt het nog moeilijker om agenten in de praktijk op te leiden’, aldus Van Bommel.

Onduidelijk is ook wat de stand van onderhandelingen is die tussen Nederland en Afghanistan over de Nederlandse missie worden gevoerd. Mede op verzoek van de twijfelende GroenLinksfractie werd besloten om een contract met de Afghanen te sluiten. In dit contract zou moeten worden opgenomen dat de door de Nederlanders getrainde agenten, niet aan offensieve of militaire missies tegen de Taliban zouden meedoen. Van Bommel: 'Wij hebben altijd gezegd dat je in een oorlogsgebied niet kan eisen dat agenten niet meedoen aan deze oorlog, maar een meerderheid van de Kamer ging akkoord met deze eis. Ondertussen hebben wij nog niks gehoord over de onderhandelingen met Afghanistan, terwijl dit een eis was voor Nederlandse deelname aan de missie in Kunduz. Deze vraag blijft als een Zwaard van Damocles boven de missie hangen.'