Meerderheid steunt Kant-wetten: Marktwerking uit de thuiszorg
In haar laatste optreden in de Tweede Kamer verwierf Agnes Kant een meerderheid van de Tweede Kamer achter zich om de verplichte aanbestedingen uit de thuiszorg te halen, om een lokaal basistarief in te voeren voor huishoudelijke verzorging en om het geld voor thuiszorg ook daadwerkelijk te reserveren voor de zorg.
Jarenlang wekten de kabinetten Balkenende de indruk dat het niet anders kon omdat marktwerking een opdracht was van Brussel. Onterecht, zo bleek tijdens de wetbehandeling deze week en eerder dit jaar.
Kant: “We zien nog steeds grote problemen in de thuiszorg. Schoonmaakbedrijven verdringen verzorgenden; ouderen en zieken krijgen te veel wisselende krachten over de vloer. Deze wetten geven gemeenten de ruimte om van de thuiszorg weer zorg te maken. Ik ben daar blij mee en ik ben er trots op om twaalf jaar Kamerlidmaatschap zo af te sluiten.”
Voorafgaand aan het debat schreven FNV, CNV, NU’91, Actiz, ANBO en vele wethouders uit het land een brandbrief aan de Tweede Kamer om de Kant-wetten te steunen. Zowel de bestuurders van gemeenten als werknemersorganisaties en de ouderenbonden zien in de wetten een stap naar een meer menselijke thuiszorg. In het bijzonder wijzen de vakbonden op de desastreuze gevolgen voor werknemers. Zij schrijven: “Door de systematiek van aanbesteding kunnen de thuiszorginstellingen niet anders dan deze effecten af te wentelen op hun werknemers.” De organisaties delen de mening van de SP: “Niet de schoonmaak, maar signaleren, ondersteunen en het stimuleren zijn de belangrijkste doelen van de huishoudelijke zorg.”