SP-senator Slager: Reclamebeleid kabinet tegenstrijdig
Mediaminister Plasterk weigert om tv-reclame voor ongezonde voeding rondom kinderprogramma’s aan banden te leggen. Ondertussen geeft gezondheidsminister Klink bakken geld uit aan reclamespotjes tegen ongezond eten. Het moet niet gekker worden, zegt SP-senator Kees Slager.
Tijdens het debat in de Eerste Kamer over de aanpassing van de Nederlandse wetgeving aan de nieuwe Europese richtlijn over audiovisuele hulpdiensten, confronteerde SP-senator Kees Slager minister Plasterk ermee dat sommige andere EU-landen hun jeugdige inwoners wél beschermen tegen ongezonde reclame. Slager: “In landen als Zweden en Denemarken geldt een totaalverbod op reclame, gericht op kinderen onder de 12 jaar. In Engeland is reclame voor producten met een hoog vet-, zout- of suikergehalte verboden bij programma’s waar kinderen tot 15 jaar naar kijken. Kan de minister uitleggen wat er verkeerd is aan die aanpak?”
Plasterk stelde zich op het standpunt dat hij ‘geen behoefte heeft aan beperking van reclame in welke zin dan ook.’ De minister noemde het ‘in principe onwenselijk’ om te proberen menselijk gedrag te beïnvloeden door reclamegeboden of -verboden. De regering onderkent de problemen van obesitas en het belang van het bestrijden van overgewicht, maar vindt het te ver gaan om gebruik te maken van zijn bevoegdheid grenzen te stellen aan reclame. Plasterk: "Daarmee begeef je je op hellend vlak. Dadelijk zijn het grote auto’s, niet-geïsoleerde huizen en allerlei andere objecten die vrij verkoopbaar zijn in een vrij land, maar waar je geen reclame zou mogen maken."
Het kabinet zal zich, als het aan Plasterk ligt, beperken zich tot het stimuleren van een gedragscode van fabrikanten, die er wellicht komend voorjaar komt. Slager constateerde tegenstrijdigheid in het kabinetsbeleid: “Dit kabinet geeft dus de commercie eerst de ruimte om kinderen te verleiden tot het consumeren van verkeerde zaken, om vervolgens een smak gemeenschapsgeld uit te geven om reclamespotjes te laten maken, waarin wordt gewaarschuwd tégen het consumeren van diezelfde producten. Die spotjes worden daarna ook weer uitgezonden door de commerciële zenders. Zo snijdt het mes daar aan twee kanten.”
Van de minister valt ook geen actie te verwachten tegen de grote hoeveelheid prikkelende alcoholreclame op het internet. De oproep van Slager om te bekijken waarom een land als Frankrijk wél maatregelen neemt om de alcoholreclames te beperken tot strikte productinformatie, werd evenmin overgenomen door de minister. Plasterk vindt het geen probleem ‘als Bacardi reclame maakt voor leuke nachtfeesten waar ook een slok Bacardi gedronken wordt of Heineken reclame maakt voor bier waarin iets anders wordt benadrukt, zolang dat niet gebeurt op momenten dat redelijkerwijs verwacht kan worden dat kinderen televisie kijken’. Slager wees hem erop dat juist via het internet reclame voor iedereen, hoe jong ook, toegankelijk is. De minister erkent dat maar is desalniettemin niet van plan maatregelen te nemen: “Er zijn nog veel ergere dingen om je druk over te maken dan alcoholreclames,” aldus de minister.
Het wetsontwerp werd aangenomen met de stemmen van SP en de VVD tegen. Waar de SP de minister een neoliberaal beleid verwijt, gaat hij volgens de VVD nog niet ver genoeg in het vrijgeven van de reclame via audiovisuele diensten.