Rijk moet tegenmacht vormen bij grote projecten
De SP wil dat de regering met een landelijk projectencentrum komt die een tegenmacht kan vormen richting bouwers bij grote infrastructurele projecten. Nu blijken telkens de overheden niet bij machte om projecten die fors duurder worden enigszins te beteugelen. Zowel bij het aanvankelijke projectbesluit als bij tegenvallers nemen in praktijk de bouwers de regie, terwijl de overheid ervoor moet betalen. Het verzoek voor een landelijk projectencentrum deed SP-Kamerlid Emile Roemer vandaag naar aanleiding van de tegenvallers bij de Amsterdamse Noord-Zuidlijn.
De afgelopen jaren bleken veel projecten fors uit de hand te lopen. Naast de Noord-Zuidlijn geldt dat voor onder andere de Haagse tramtunnel en Randstadrail. Ook Rijksprojecten als de Betuweroute en de HSL ontspoorden volledig. Bij de Noord-Zuidlijn zijn de problemen ondertussen dermate opgelopen dat de gemeente Amsterdam zelfs openlijk twijfelt of zij dit project nog wel af kunnen maken.
Roemer: “Het is duidelijk dat de bouwers het voor het zeggen hebben. Ze maken lage kosteninschattingen, zodat de overheden tot de aanleg van een project besluiten en laten daarna de kosten telkens oplopen. Zodoende verdienen de bouwers erg goed en moeten de overheden telkens de portemonnee trekken.”
Ook invloedrijke instanties zoals de Raad van State en de VROM-raad luidden al eerder de alarmklok over het teruglopen van specifieke deskundigheid bij de overheid. Ook SP-Kamerlid Hans van Leeuwen pleit bij minister Kramer van VROM voor een sterk landelijk projectencentrum: “Doordat de laatste decennia de overheid structureel veel meer heeft overgelaten aan de markt, is het kennisniveau onder de mensen die belangrijke maatschappelijke beslissingen moeten nemen ver onder de maat. De overheden moeten niet meer aan het handje van de bouwers lopen, maar zelf regie kunnen grijpen over dergelijke projecten. Een landelijk expertisecentrum voor grote projecten zou daarin een belangrijke rol kunnen spelen.”