'Onnodig opsluiten van kinderen in isoleercel moet stoppen'
Er moet onmiddellijk een einde komen aan het onnodig en langdurig opsluiten van kinderen in isoleercellen vanwege gedragsproblemen of personeelsgebrek. Dat eist SP-Kamerlid Marianne Langkamp naar aanleiding van een onderzoek dat NRC Handelsblad zaterdag publiceerde. Langkamp: “Er moet zo snel mogelijk meer personeel komen in psychiatrische jeugd- en jeugdzorginstellingen, zodat het opsluiten van kinderen in een isoleercel niet meer nodig is.”
Uit het onderzoek blijkt dat jaarlijks honderden kinderen van twaalf jaar en ouder soms weken in een isoleercel worden opgesloten. Hoe vaak dit in de jeugdgevangenissen en de gesloten jeugdzorginstellingen gebeurt is niet bekend, omdat het daar niet gemeld hoeft te worden. Ook als een kind ‘vrijwillig’ apart wordt gezet hoeft dit niet te worden gemeld in de kinder- en jeugdpsychiatrie. Langkamp: "Ik wil daarom precies weten om welke aantallen het gaat. Daarnaast moet het wat mij betreft voor instellingen een meldingsplicht komen als zij kinderen opsluiten."
Kinderen opsluiten in een isoleercel mag volgens de wet alleen bij acuut gevaar en niet langer dan zeven dagen achter elkaar. Langdurige opsluiting kan een traumatische ervaring zijn en kan de problemen verergeren. In andere landen wordt de isoleercel niet of nauwelijks gebruikt. Langkamp: “Aan deze niet menswaardige praktijk moet onmiddellijk een einde komen. Het is omstreden en bovendien in strijd met de wet om kinderen in een isoleercel op te sluiten vanwege gedragsproblemen of personeelsgebrek.”
Langkamp ziet het liefst dat er helemaal geen kinderen meer in een isoleercel worden opgesloten. ”Op korte termijn moet er in ieder geval meer personeel bij en moet de werkdruk omlaag. Als er voldoende personeel is, zijn er overigens voldoende alternatieven om een kind tegen zichzelf of zijn omgeving te beschermen zonder dat daar een isoleercel aan te pas hoeft te komen.”
Uit onderzoek van de SP onder de werkers in de geestelijke gezondheidszorg blijkt dat bijna negen van de tien zorgverleners een hoge werkdruk ervaren en vinden dat de kwaliteit van de zorg achteruit gaat. Een derde zegt niet de gewenste zorg te kunnen leveren die nodig is.