'Wantrouwen over Rouvoet volkomen logisch, de jeugdzorg moet op de schop'
Uit onderzoek van tv-programma Netwerk blijkt dat er op de werkvloer van de Jeugdzorg een bijna volledig gebrek aan vertrouwen bestaat in het beleid van minister Rouvoet voor Jeugd en Gezin. SP-Kamerlid Marianne Langkamp is niet verbaasd. “Dit bevestigt wat ons al jaren verteld wordt. Zo is de bureaucratie alleen maar toegenomen. Hulpverleners hebben geen tijd meer om bij de gezinnen langs te gaan, worden gek van de regels en het papierwerk en het georganiseerd wantrouwen van dit kabinet.”
Negen van de tien jeugdzorgmedewerkers hebben geen vertrouwen in het kabinetsbeleid. Hoe kan dat?
Langkamp: “De oorzaken liggen in de wachtlijsten, de grote werkdruk, de enorme bureaucratie, het hoge verloop onder de werkers en de onduidelijkheid wie waarvoor verantwoordelijk is in de jeugdzorg. Ik kan me goed voorstellen dat de mensen op de werkvloer dit echt zat zijn. Telkens horen zij dat dit kabinet voor oplossingen gaat zorgen, maar er gebeurt helemaal niks.”
Er is nu bijna twee jaar een minister voor Jeugd en Gezin, is er voor de werkers dan nog niets veranderd? “Sterker nog, de omstandigheden waaronder zij hun werk moeten doen zijn verder verslechterd. De wachtlijsten zijn alleen maar langer geworden. Het georganiseerd wantrouwen – de bureaucratie dus – is alleen maar toegenomen. Rouvoet heeft zich ontpopt als de minister van de goede bedoelingen. Daar hebben de werkers in de jeugdzorg niks aan.”
Wat moet er veranderen, wil de politiek het vertrouwen van de werkers winnen? “Zolang deze minister er niet eens over durft na te denken hoe de jeugdzorg radicaal anders georganiseerd moet worden, blijft zijn beleid dweilen met de kraan open. De jeugdzorgwerkers zouden maximaal 10% van hun tijd achter de computer moeten doorbrengen, de rest van de tijd kunnen ze dan aan de kinderen besteden. Ook moet het vertrouwen in de jeugdzorgwerkers worden hersteld door ze meer eigen verantwoordelijkheid en handelingsruimte te geven.”
Wat verandert als de SP het voor het zeggen krijgt? “Dan worden alle hulp, steun en begeleiding aan ouders en kinderen ondergebracht in laagdrempelige centra in de wijken, inclusief de jeugdzorg. De jeugdzorg heeft nu teveel lagen, is totaal verkokerd. De bureaucratische laag van de Bureaus Jeugdzorg moet er tussenuit. Zorg dat de hulpverleners die voorheen bij de Bureaus Jeugdzorg werkten weer in de wijken zitten en daadwerkelijk kunnen hulpverlenen. Eén jeugdhulpverlener moet zich vanuit zo'n wijkvoorziening over alle problemen van een gezin ontfermen. Dan is hij of zij in de gelegenheid letterlijk een tijdje mee te lopen met een gezin als dat nodig is.”