Openheid over onveiligheid Afghanistan
SP-Kamerlid Harry van Bommel heeft opheldering gevraagd bij de minister van Buitenlandse Zaken over de aanvoer van de troepen in Afghanistan. Volgens berichten in de internationale pers worden deze dagelijks aangevallen door troepen van de Taliban en andere milities die op buit uit zijn.
“De minister moet openheid geven over de stand van zaken van deze kwetsbare aanvoerlijnen” stelt Van Bommel. “Als de berichten juist zijn worden deze transporten dagelijks aangevallen. Honderden vrachtwagens zijn de afgelopen weken vernield. Dit geeft een grimmig beeld van de stand van zaken in Afghanistan en in Pakistan.”
De NAVO-troepen in Zuid-Afghanistan zijn volledig afhankelijk van aanvoer van alle noodzakelijke middelen via Pakistan, van tandpasta en water tot wapens en munitie. Al een jaar lang komen er berichten over aanvallen in Pakistan op de transporten. Chauffeurs worden vermoord en de lading vernietigd of geroofd. Een Pakistaanse chauffeursorganisatie weigert nog langer aan deze transporten mee te werken. De NAVO werkt aan alternatieve routes door de lucht en via Rusland. “In april al meldde de minister Verhagen van Buitenlandse Zaken mij dat de NAVO toestemming had van Rusland om via dat land goederen aan te voeren. Nu blijken er moeilijkheden met Rusland vanwege de oorlog in Georgië. Ik wil van de minister weten of het waar is dat alleen Duitsland en Frankrijk goederen via Rusland kunnen aanleveren,” aldus Van Bommel.
De crisis is zo hoog opgelopen dat transporteurs afkoopsommen of beschermgeld voor ongehinderd transport aan Taliban-commandanten en andere militieleiders moeten betalen. Van Bommel: “Volgens berichten in de Engelse krant The Times zou dat bedrag tot 25% van de waarde van een transport oplopen. Dat betekent dat er afspraken zijn met Taliban, misschien alleen op laag niveau. Het zijn in ieder geval allemaal tekenen dat de NAVO-troepen zwaar onder druk staan en dat het nodig is een politiek akkoord tussen de oorlogvoerende partijen in Afghanistan te bereiken, zodat de oorlog stopt.”