Vervolg Nederlandse leveranciers gifgas aan Saddam Hussein
SP-Kamerlid Krista van Velzen heeft minister van justitie Hirsch Ballin verzocht te onderzoeken of de leveranciers van gifgasbestanddelen aan het Irak van Saddam Hussein strafrechtelijk vervolgd kunnen worden. Van Velzen doet het verzoek naar aanleiding van het naar buiten komen van een geheim rapport waarin de Iraakse regering verslag doet aan VN-onderzoekers (UNSCOM) over haar chemisch wapenarsenaal. Hieruit blijkt dat het grootste deel van de bestanddelen voor gifgas is geleverd door Nederlandse bedrijven.
Van Velzen: “De bedrijven wisten dat deze bestanddelen gebruikt zouden kunnen worden voor gifgas. Er woedde in die jaren een oorlog tussen Irak en Iran. En Irak gebruikte gifgas tegen de eigen, Koerdische, bevolking. Dat was al sinds 1982 bekend. Dat het kabinet Lubbers pas eind 1984 besloot een deel van de handel in deze stoffen te verbieden is dieptriest, maar is geen reden om de bedrijven die vóór dit verbod met Irak handelden niet te vervolgen. Er zijn tijdens de Anfal-campagne van Saddam Hussein tienduizenden Koerden vermoord. Iedereen die daarvoor verantwoordelijkheid draagt, zou voor de rechter gedaagd moeten worden.”
Na lang aandringen van de SP werd vorig jaar Frans van Anraat, de belangrijkste handelaar in gifgasbestanddelen, tot 17 jaar cel veroordeeld. Van Anraat was echter niet de enige handelaar in bestanddelen voor gifgas. Volgens Van Velzen geeft het rapport dat nu openbaar is voldoende aanknopingspunten om te onderzoeken of er mensen vervolgd kunnen worden. “Oorlogsmisdaden verjaren immers niet”, aldus het SP-Kamerlid.
