Gezondheidsonderzoek oud-defensiepersoneel op aandringen SP
Op verzoek van de SP laat het ministerie van Defensie onderzoek verrichten naar gezondheidsklachten bij oud-medewerkers van Defensie. Bij SP-Kamerleden Remi Poppe en Jan de Wit had zich een oud-medewerker gemeld met ernstige gezondheidsklachten als gevolg van het werken met de kankerverwekkende stof benzeen.
Sinds halverwege de jaren zeventig is er door medewerkers van Defensie gewerkt met het middel ‘PX-10’, waarmee wapens werden gereinigd. PX 10 bevat de uiterst gevaarlijke stof benzeen en werd tot 1995 gebruikt. Remi Poppe is blij dat de gevolgen hiervan worden onderzocht: “Dit is een belangrijke stap van Defensie. De onzekerheid bij veel medewerkers en ex-medewerkers moet zo snel mogelijk worden weggenomen. Er moet echt haast worden gemaakt met onderzoeken en het uitkeren van schadevergoedingen.”
Het oorzakelijk verband tussen het werken met PX 10 en gezondheidsklachten is inmiddels aangetoond, en Defensie heeft ook aansprakelijkheid erkend. Een aantal oud-defensiemedewerkers met ernstige gezondheidsklachten strijdt nu voor genoegdoening.
Poppe en De Wit wilden van de staatssecretaris van Defensie exact weten wanneer er met welke gevaarlijke stoffen is gewerkt, door hoeveel mensen en in welke omstandigheden. De staatssecretaris zegt nu toe onderzoek te laten verrichten naar de samenstelling, het gebruik en de gezondheidseffecten van PX-10 op defensiepersoneel.
De staatssecretaris zal de kwestie ook onder de aandacht brengen van (oud)defensiemedewerkers, om te bezien wie er nu gezondheidsklachten hebben. Poppe: “Het is vreselijk dat personeel met giftige stoffen heeft gewerkt. Dat maak je niet meer goed. Maar het enige wat je nu nog kunt doen is zo snel mogelijk zorgvuldig onderzoek verrichten en spoedig overgaan tot het uitkeren van schadevergoedingen.”
De SP zal toezien op een snelle en rechtvaardige afwikkeling van de kwestie. “Voor sommige mensen dringt de tijd,” constateert Poppe. “Defensie moet haast maken, zich als een goed werkgever opstellen en ruimhartig zijn met schadevergoeding voor het aangerichte leed.”