Oorlog Georgië-Rusland door politiek falen
De recente oorlog tussen Georgië en Rusland kwam door politiek falen van alle betrokken autoriteiten. Geen van hen leek een oorlog te willen vermijden. De oorlog kostte honderden doden en gewonden, tienduizenden vluchtelingen, platgebombardeerde woonwijken, geplunderde winkels en systematisch in brand gestoken dorpen. En de slechtste internationale verhoudingen tussen Rusland, Europa en Amerika sinds het einde van de Koude Oorlog. Dat constateert SP-senator Tiny Kox na een fact finding missie in Rusland, Georgië en Zuid-Ossetië.
Kox maakte deel uit van een negenkoppige delegatie van de parlementaire assemblee van de Raad van Europa. De assemblee debatteert komende week in Straatsburg over de gevolgen van de oorlog tussen Georgië en Rusland. De missie ter plekke was ter voorbereiding van dat debat. Georgië en Rusland zijn beide lid van de Raad van Europa en hebben met hun oorlog hun verdragsverplichtingen geschonden.
Tiny Kox aan de grens Georgië-Zuid-Ossetië
De delegatie voerde een groot aantal gesprekken met de bij de oorlog betrokken politieke en militaire autoriteiten, hulpverleners van Rode Kruis en Verenigde Naties en mensenrechtenorganisaties als Amnesty International en Human Rights Watch. Daarnaast sprak de delegatie met veel burgers in de door de oorlog getroffen gebieden. Het was voor het eerst dat de regering van de afgescheiden Georgische provincie Zuid-Ossetië een internationale delegatie toegang tot haar territorium via Georgië toestond. Dat gebeurde onder druk van Rusland. De Zuid-Ossetische president Kokoity dreigde dat het ook de laatste keer zou zijn. Zijn regering wil niks meer met Georgië van doen hebben na het Georgische bombardement op zijn hoofdstad Tsinvali, waarmee op 8 augustus de korte maar hevige oorlog begon.
Osseetse vrouwen in gesprek met Russische generaal
Georgische autoriteiten ontkennen dat hun land de oorlog begon, hoewel op 8 augustus president Sakaasvili aankondigde dat zijn leger besloten had “de constitutionele orde te gaan herstellen” in de afgescheiden provincie. Later zei de Georgische president dat zijn leger pas ingegrepen had toen Russische troepen Zuid-Ossetië vanuit het noorden waren binnengevallen. Daarvoor lijkt echter geen bewijs. Dat lijkt er ook niet voor zijn derde verklaring dat Georgië pas ingreep nadat er in Zuid-Ossetië een etnische zuivering van Georgische inwoners in gang was gezet. Het lijkt vast te staan dat er op grote schaal Georgiërs verjaagd zijn maar dat gebeurde nadat de oorlog begonnen was, niet daarvoor. De Russische autoriteiten wijzen erop dat hun lezing de meest consistente is. Pas nadat Georgië met bombardementen op Tsinvali begon en Georgische troepen de in Zuid-Ossetië met VN-mandaat gestationeerde Russische vredestroepen begonnen te beschieten, is er uit Rusland versterking gekomen. Het Russische leger heeft de Georgische inval beëindigd en daartoe ook in Georgië doelen bestookt om de kracht van het Georgische leger te breken. Daarna was Rusland bereid om in te gaan op het voorstel van de Franse president Sarkozy om de oorlog te beëindigen. Binnenkort zal Rusland al zijn troepen uit Georgië terugtrekken.
Huis gebombardeerd, familie dood...
Georgische mannen voor een geplunderde winkel
Inmiddels erkent Rusland wel de onafhankelijkheid van zowel Zuid-Ossetië als de andere afgescheiden provincie Abchazië. Rusland zal op verzoek van beide provincies voor langere tijd troepen in de nieuw erkende landen stationeren ter bescherming tegen een eventuele nieuwe Georgische aanval. Russische autoriteiten zeiden tegen de delegatie van de Raad van Europa dat hen geen andere keus meer bleef. Vijftien jaar lang heeft Rusland geweigerd de beide opstandige provincies te erkennen. Na de laatste Georgische aanval was de maat echter vol. Rusland betreurt dat door de oorlog vanuit Amerika en Europa beschuldigend naar Rusland wordt gewezen en de internationale verhoudingen op scherp zijn komen staan. Vanuit Moskou wordt weer beschuldigend gewezen naar de Verenigde Staten, dat het Georgische leger bewapend en getraind heeft en wellicht aangezet tot haar onverantwoorde aanval op Zuid-Ossetië. Ook hebben de Russen grote vraagtekens over de betrokkenheid van andere NAVO-landen en het plan om Georgië NAVO-lid te maken. Andere gesprekspartners in Moskou en Tblisi geloven echter dat Rusland erop uit was Georgië een lesje te leren, ook om te voorkomen dat er nog meer onrust komt in de Russische gebieden ten noorden van de Kaukasus zoals Noord-Ossetië, Tsjetsjenië en Dagestan. Rusland was jarenlang verwikkeld in een bloedige burgeroorlog in Tsjetsjenië. Daar lijkt de rust nu hersteld, maar stabiel is de situatie in de Noord-Kaukasus geenszins.
Bombardement Zuid-Ossetië. Onder het getroffen parlementsgebouw
Burgers in het door de oorlog getroffen gebied vertelden over de bombardementen die hun huizen vernielden en hun familie en buren doodden, over de plunderingen en systematische brandstichtingen die leidden tot massale vlucht naar Georgië. Georgische bewoners van het gebied zijn ontzettend bang voor Zuid-Ossetische milities en vinden dat het Russische leger te weinig doet om de veiligheid van de burgers te beschermen, waartoe het volgens het oorlogsrecht verplicht is. Veel dorpen zijn ontvolkt en mensen die gebleven zijn, veelal oude vrouwen en mannen, slapen ’s nachts buiten in de boomgaarden, bang voor plunderaars. Inwoners van Tsinvali toonden hoe Georgische granaten en raketten hun woonhuizen vernielden. Ook werd het Zuid-Ossetische parlement beschoten en de bibliotheek vernietigd. Hoewel president Kokoity van de afgescheiden provincie spreekt over 1600 slachtoffers, lijkt eerder sprake van enkele honderden doden als gevolg van de Georgische aanval.
Oude vrouw in gebombardeerde woonwijk Tsinvali
In Georgië bestaan grote zorgen over het lot van de nieuwe vluchtelingenstroom. Dat is meer dan terecht gezien de deplorabele toestand waarin de meer dan 100.000 mensen leven die 15 jaar geleden uit Zuid-Ossetië en Abchazië vluchtten. Hulpverleners spreken schande van de wijze waarop de Georgische regering die vluchtelingen aan hun lot heeft overgelaten.
De delegatie van de Raad van Europa maakt dit weekeinde rapport op en informeert de parlementaire assemblee a.s. maandag over zijn bevindingen. Op dinsdag en donderdag bespreken 350 parlementsleden uit de 47 lidstaten de gevolgen van de oorlog tussen Georgië en Rusland en beraden zich over eventuele maatregelen tegen beide lidstaten.