Belastingregime Antillen moet op de schop
Het is niet eerlijk om de Nederlandse belastingbetaler 2,2 miljard euro te laten investeren in de Antillen, terwijl op de eilanden gevestigde multinationals nauwelijks belasting betalen. Dat zegt SP-Kamerlid Ronald van Raak aan de vooravond van een debat over het belastingregime op de Antillen.
De Antillen hebben een geldprobleem: al jaren wordt er meer geld uitgegeven dan er binnenkomt. Van Raak pleit echter niet voor bezuinigingen: “Er moet juist meer worden geïnvesteerd dan nu gebeurt: in de zorg, het onderwijs, de armoedebestrijding. Maar het bestuur op de eilanden moet daartoe de inkomsten verhogen. En dat kan.” Volgens het SP-Kamerlid zijn er nu honderden bedrijven op de Antillen die nauwelijks belasting hoeven te betalen. “We hebben het hier over multimiljonairs en multinationals die nul procent belasting betalen, dus nul procent bijdragen aan publieke diensten op de eilanden. Hierdoor worden de armen steeds armer en de rijken steeds rijker. Van dat systeem moeten we af.”
“Ik begrijp ook wel dat je niet ineens de Nederlandse belastingtarieven kunt invoeren, maar al vraag je maar 1 procent, dan heb je al heel veel inkomsten extra. En daarmee jaag je die bedrijven echt niet weg”, zegt Van Raak. “Het economisch belang van de eilanden kan hier nauwelijks door geschaad worden. Bij dit soort bedrijven werken bijna geen lokale arbeidskrachten. En de winsten worden niet in de Antilliaanse samenleving geïnvesteerd, die vloeien weg naar het buitenland.”
Naast invoering van een belastingregime voor grote bedrijven op de Antillen, wil Van Raak ook dat de Antilliaanse belastingdiensten zelf worden aangepakt. De diensten kampen met grote achterstanden bij het aanslaan van belastingen en het innen ervan. “Je kunt jarenlang geen belasting betalen zonder dat je wordt aangepakt. Daarmee parasiteer je op de anderen die wel belastingen betalen”, zegt Van Raak. “Een slechte belastingmoraal tast de samenleving aan. Er kan minder worden geïnvesteerd, wat weer leidt tot minder vertrouwen in de overheid. Het is een vicieuze cirkel die doorbroken moet worden.”