Gemengde gevoelens bij rapport Commissie Dekker
De SP heeft gemengde gevoelens bij het gisteren gepresenteerde advies van de commissie Dekker. SP-Kamerlid Paulus Jansen: "Twee sociaal-democratische bewindslieden, Vogelaar en Heemskerk, zochten een voorzitter voor een commissie die de effectiviteit van de bouwregelgeving onder de loep zou nemen. Als je dan een oud VVD-minister uitkiest dan is het niet verrassend dat de eindconclusie luidt: "méér markt, minder overheid". Maar of dit wenselijk is, dat is een tweede."
Wat vind je van het rapport? "Ik vind de hoofdlijn van het rapport buitengewoon eenzijdig, maar ik ben het op enkele onderdelen wel met Dekker en haar commissie eens. Ronduit kwalijk vind ik dat de commissie helemaal niets gedaan heeft met de kwalijke historie van de bouwsector met betrekking tot kwaliteitsgebreken, vooroverleg bij aanbestedingen, tot en met regelrechte vastgoedfraude. Als je niet voor extra overheidstoezicht bent, zou je toch op zijn minst een alternatief moeten aandragen om de opdrachtgevers en gebruikers van bouwwerken meer zekerheid te geven dat ze krijgen waarvoor ze betaald hebben."
Wat is de kern van het advies van de commissie Dekker? "De commissie heeft onderzocht hoe de effectiviteit van de bouwregelgeving beter kan. Dit heeft geresulteerd in een aantal aanbevelingen. De belangrijkste zijn: De gemeentelijke toets aan de technische voorschriften van het Bouwbesluit moet worden afgeschaft en bestemmingsplannen moeten minder gedetailleerd en uniformer worden en beroepsmogelijkheden moeten worden ingeperkt."
Wat vind je van deze twee adviezen? Ik ben voorstander van het beperken van het gemeentelijk bouwtoezicht. Ik ben er namelijk van overtuigd dat het gemeentelijk bouw- en woningtoezicht niet de capaciteit heeft om dit goed te controleren. Maar het is levensgevaarlijk om het bouwbedrijf via zelfregulering zijn kwaliteit te laten bewaken, zoals de commissie voorstelt. Daarvan is al afdoende bewezen dat het niet werkt. In plaats daarvan wordt er wat mij betreft een wettelijke verzekerde garantie ingevoerd. De aannemer wordt daarmee verplicht een verzekering af te sluiten op zijn geleverde werk. Dit houdt in dat de aannemer het wel uit zijn hoofd laat om ondeugelijk werk te leveren, omdat zijn premie dan stijgt.
En de bestemmingsplannen? Landelijke vormvoorschriften voor bestemmingsplannen vind ik prima. Maar in sommige opzichten moeten bestemmingsplannen juist gedetailleerder worden. Zo zou het goed zijn als gemeenten snel gebruik gaan maken van de mogelijkheid in de nieuwe Wet ruimtelijke ordening om de verzamelfunctie woningbouw uit te splitsen naar prijsklassen of financieringscategorieën. Het inperken van de beroepsmogelijkheden vind ik een kwalijke ontwikkeling.
De commissie stelt ook voor dat gemeenten niet zelf extra eisen gaan stellen aan gebouwen. De landelijke regelgeving moet genoeg zijn. Is dat zo? Je moet als gemeente inderdaad goed nadenken of het wel zinvol is om aanvullende eisen te stellen. Maar er kunnen best situaties zijn waarin dit toch gerechtvaardigd is. Als er bijvoorbeeld restwarmte beschikbaar is op een lokatie, ligt het erg voor de hand om bij bouwinitiatieven de verplichting op te nemen dat daar gebruik van wordt gemaakt. Dus ook in dat geval zit Dekker er volledig naast.