Milieuschade door internationale afvalhandel
SP-Kamerlid Remi Poppe vindt het onbegrijpelijk dat minister Cramer (Milieu) Nederlandse afvalcentrales toestaat Italiaans vuilnis te verbranden terwijl er al te weinig capaciteit is om het Nederlands afval te verwerken. “Omdat de Italianen meer bieden voor verbranding van afval komt het Nederlandse vuilnis weer op de stort. Het milieu is de verliezer en de minister kijkt toe”, zei Poppe in een debat over afval deze week.
Sinds 1 januari 2007 mogen Nederlandse vuilnisverwerkers vrij internationaal handelen in vuilnis. Veel Nederlands afval vindt hierdoor al zijn weg naar de stortplaatsen in Oost-Europa, Afrika en Azië. Andersom betekent het ook dat de afvalverwerkers buitenlands huishoudelijk afval mogen verwerken. Officieel mag dit buitenlandse vuilnis het brandbare Nederlandse afval niet uit de ovens verdringen. Nederland kampt namelijk al met een tekort aan verbrandingscapaciteit van 3,5 megaton. “Dus zou de minister helemaal geen import van brandbaar afval mogen toestaan”, zegt Poppe.
Desalniettemin speuren grote afvalverwerkers nu de markt af naar lucratieve afvaldeals. Zo onderhandelt het bedrijf AVR-Van Gansewinkel met afvalaanbieders in Napels over de verwerking van de bergen huishoudelijk afval die daar op straat liggen. De afvalverwerking in Zuid-Italië wordt voor een deel beheerst door de maffia, die de prijs van de verwerking opdrijft om er zelf meer aan te verdienen. “AVR-Van Gansewinkel verdient dus indirect door maffiapraktijken meer aan de verbranding van Italiaans afval dan aan de verwerking van ons eigen afval. En hierdoor wordt ons afval verdrongen naar de stort, die veel slechter is voor het milieu”, zegt Poppe. “De geschiedenis herhaalt zich. Net als vroeger wordt er gerommeld met afval en verdwijnt afval naar het laagste putje van de markt, de stort.”