Aanbevelingen Dijkstal leiden tot gatenkaasregeling
De voorstellen van de commissie Dijkstal om de salarissen in de (semi-)publieke sector niet verder te laten ontsporen, zitten vol mazen en ontsnappingsclausules. “Het is een gatenkaasregeling, met allerhande mogelijkheden om toch onnodig veel belastinggeld uit te geven aan megasalarissen,” concludeert SP-Kamerlid Ronald van Raak.
Het advies van de commissie Dijkstal aan het kabinet bestaat eigenlijk uit drie adviezen: een streng, een slap en een zeer slap regime. Er wordt ruimte gelaten om te schuiven met de vraag welke sectoren in de publieke en semi-publieke sector onder welk regime vallen. Van Raak: “Hierdoor gaat het straks niet meer over de inkomens, maar over onder welke sector bijvoorbeeld een woningbouwvereniging of ziekenhuis valt. Dit terwijl het in alle gevallen gaat om publieke geld, dat nooit bestemd is geweest voor megasalarissen voor bestuurders.”
De SP kan zich vinden in het strenge regime, waarin een absoluut plafond wordt voorgesteld van 171.000 euro, het salaris van de minister-president. Van Raak: “Dat zou dan ook de lijn moeten zijn voor iedereen, maar helaas beveelt Dijkstal aan om forse mazen in de regeling in te bouwen om uitzonderingen mogelijk te maken. En we kunnen raden hoe dat gaat: die uitzonderingen worden de nieuwe regel. Daarnaast is het openbaar maken van topinkomens onzin. Met het loonstrookje van de buurman in de hand eisen topmanagers alleen maar nog hogere inkomens.”
De gaten in de voorstellen van de commissie Dijkstal zijn in strijd met een SP-motie die eerder door de Tweede Kamer is aangenomen, waarin het salaris van de minister-president de maximumnorm wordt. “Al met al leidt deze aanbeveling tot een verslechtering en niet tot een verbetering,” concludeert Van Raak.