Initiatiefwet SP en SGP tegen ‘standaard koopzondag’
De toerismebepaling in de Winkeltijdenwet mag geen breekijzer zijn om die Winkeltijdenwet te omzeilen. Dat is de strekking van een initiatiefwet die vandaag is ingediend door de Kamerfracties van SP en SGP. Door het zeer ruim interpreteren van het begrip ‘toeristische koopzondag’ voeren steeds meer gemeenten steeds meer koopzondagen in. Dit is geen probleem voor grote winkelketens, maar wel voor kleine ondernemers en familiebedrijven. Zij kunnen niet zeven dagen per week open zijn en zien weer een deel van hun omzet verdwijnen in de kassa’s van de grootwinkelbedrijven. Dit kost kleine ondernemers de kop en gaat daarom uiteindelijk ten koste van de diversiteit van het winkelaanbod.
De Winkeltijdenwet gaat uit van een maximum van 12 koopzondagen per jaar. Een uitzondering is mogelijk voor gemeenten met een ‘toeristisch regime’. Onder druk van vooral grootwinkelbedrijven hebben veel gemeenten zichzelf (gedeeltelijk) bestempeld tot gebied met grote toeristische waarde, óók wanneer daar geen sprake van is. “Wij willen – net als de meeste Nederlanders – geen standaard koopzondag,” zegt SP-Kamerlid Sharon Gesthuizen.
In het wetsvoorstel worden de volgende maatregelen voorgesteld om oneigenlijk gebruik van de toerismebepaling - die bedoeld is voor uitzonderlijke gevallen - te verhinderen:
Het toerisme dat de vraag naar ruimere winkelopenstelling op zondag rechtvaardigt moet van structurele en uitzonderlijke aard en omvang zijn. Het gaat bijvoorbeeld om een historisch centrum van internationale allure of de boulevard van een badplaats aan de Noordzeekust met massale bezoekersstromen.
In de gemeentelijke verordening moet het toeristisch deel van de gemeente nauwkeurig worden afgebakend en dus niet gelden voor winkelcentra in woonwijken en meubelboulevards.
De toeristische aantrekkingskracht moet gelegen zijn buiten de winkelopenstelling – die kan dus nooit bedoeld zijn om het toerisme aan te wakkeren.
De verordening inzake toerisme kan pas in werking treden na goedkeuring door de minister van Economische Zaken. Dit waarborgt dat van de toerismebepaling slechts in uitzonderingsgevallen gebruik gemaakt zal worden om op die manier zoveel mogelijk aan te sluiten bij het uitgangspunt dat winkels op zondag in principe gesloten zijn.
Om deze toetsing binnen de wettelijke criteria nader vorm te kunnen geven krijgt de minister de bevoegdheid om nadere regels te stellen waaraan gemeenten moeten voldoen.
Om concurrentienadelen binnen een gemeente zoveel mogelijk te voorkomen, krijgen gemeenten uitdrukkelijk de mogelijkheid beperkingen te stellen aan de winkelopenstelling door deze slechts toe te staan voor bepaalde bedrijfstakken of productsoorten.
De minister verleent ten slotte slechts goedkeuring aan de verordening als er voldoende waarborgen zijn gegeven dat de gemeente de regels van de verordening op dit onderdeel ook daadwerkelijk zal gaan handhaven.
Met deze maatregelen is handhaving van de Winkeltijdenwet beter te waarborgen. Bovendien wordt op deze manier goed aangesloten bij het door een ruime meerderheid van de werknemers, winkeliers en de Nederlandse bevolking gewenste behoud van de zondag als bijzondere dag.