Vergroting veiligheidszone langs aardgasleidingen roept vragen op
SP-Kamerlid Krista van Velzen heeft staatssecretaris Van Geel (Milieu, CDA) gevraagd om opheldering over het uitbreiden van veiligheidszones rond aardgasleidingen. Sinds 1984 gelden er risicoafstanden rond deze buizen waarbinnen niet gebouwd mag worden. Onlangs kregen gemeenten het advies van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) om de risicoafstanden te vergroten in verband met de veiligheid. Van Velzen wil graag weten waarom dit nu ineens gebeurt, waar en voor wie de risico’s zijn vergroot en wat de consequenties zijn voor omwonenden.
Veel gemeenten raken door de aangescherpte normen in de knoop met hun bestemmingsplannen. De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) liet daarom in een reactie weten zeer verheugd te zijn over de aandacht van de SP voor het nieuwe advies. Volgens de VNG worden de risicoafstanden op sommige plaatsen vergroot van 50 meter tot 275 meter aan beide kanten van de gasbuis. Daardoor kan in een strook van ruim een halve kilometer breed geen huis of bedrijf meer gebouwd worden. “Gemeenten hebben die kostbare ruimte hard nodig voor uitbreiding,” zegt Van Velzen. “Daarom zie ik liever dat de Gasunie en het ministerie van VROM zelf de veiligheid van de leidingen vergroten, bijvoorbeeld door ze dieper in te graven.”
De meeste leidingen liggen al sinds de jaren ’60 van de vorige eeuw in de grond. In 1984 is een circulaire opgesteld met risicoafstanden rond de aardgasleidingen. Gemeenten hebben, om de schaarse ruimte goed te benutten, altijd strak om de grenzen heen gebouwd. Van Velzen: “Het zou toch bizar zijn als mensen uit hun woningen weg moeten omdat ze opeens te dicht op de leidingen zouden wonen. Ik wil hier graag spoedig meer duidelijkheid over."