NAVO-verdrag nadert uiterste houdbaarheidsdatum
Nu de NAVO feitelijk een wereldwijd opererende veiligheidsorganisatie is geworden, moeten de parlementen van de lidstaten nagaan of het huidige NAVO-verdrag nog wel past. Een publiek debat over een nieuw verdrag voor een vernieuwde organisatie is dringend nodig. Nu onttrekt de grootste verandering ooit in de NAVO zich aan het zicht van publiek en parlement.
Dat zei SP-senator Tiny Kox dit weekeinde in Brussel, waar de parlementaire assemblee van de NAVO sprak met vertegenwoordigers van het bondgenootschap. Met andere parlementariërs maakt de SP’er zich zorgen over het gebrek aan parlementair toezicht op de transformatie van ’s werelds grootste militaire bondgenootschap tot mondiale politieagent.
In Brussel werden parlementariërs uit de 26 lidstaten bijgepraat over het radicale veranderingsproces dat de organisatie doormaakt. De NAVO, oorspronkelijk een defensief transatlantisch bondgenootschap van Amerikanen en Europeanen, is nu vooral buiten haar grondgebied militair actief. Er zijn missies in Afghanistan en Irak en voormalig Joegoslavië. Er zijn militaire samenwerkingsverbanden met Australië, Nieuw-Zeeland, Japan en Zuid-Korea. Nieuwe relaties ontstaan met grootmachten als Rusland en China (met wie de NAVO door Afghanistan nieuwe gemeenschappelijke grenzen heeft). Er wordt samengewerkt met de Afrikaanse en Aziatische landen aan de Middellandse Zee. De Verenigde Naties en de Afrikaanse Unie vragen soms NAVO-steun en recent bood de organisatie hulp na een aardbeving in Pakistan en een overstroming in de Verenigde Staten. Ondertussen concurreert de NAVO ook met andere internationale organisaties als de Verenigde Naties, de Europese Unie en gelegenheidscoalities.
Volgens hoge officials van de NAVO is door dat alles het huidige strategisch concept toe aan bijstelling. Hoewel de aanwezige NAVO-ambassadeurs van de Verenigde Staten, Frankrijk en Duitsland dat in Brussel eensgezind ontkenden, wordt er al aan dat nieuwe concept gewerkt. Binnenskamers circuleert al een ‘politieke leidraad’ over de nieuwe positie van de militaire organisatie. Over een nieuw verdrag wilden officials noch ambassadeurs praten, ook al dekt het huidige verdrag allang niet meer de wereldwijde missie van de NAVO. De kans dat een dergelijk verdrag binnen redelijke tijd in alle lidstaten geratificeerd zou worden, wordt echter klein geacht na de ervaringen met de Europese Grondwet.
NAVO-officials spraken verder de vrees uit dat een nieuw verdrag voor de Verenigde Staten aanleiding zou kunnen zijn af te komen van hun huidige verdragsrechtelijke bijstandsverplichting aan Europese lidstaten. Volgens VS-ambassadeur Nuland wil Amerika juist verder met de NAVO, waarvan ze de Verenigde Staten “het meest stabiele lid” noemde. Ze gaf ook aan de andere lidstaten nodig te hebben, zeker nu de VS 180.000 soldaten in buitenlandse missies hebben en daardoor aan de grenzen van hun kunnen komen.
Ambassadeur Nuland dankte Nederland dan ook voor het besluit soldaten naar Afghanistan te sturen. PvdA-Tweede Kamerlid Bert Koenders lichtte het politieke besluitvormingsproces in Nederland toe en de uiteindelijke grote parlementaire steun voor de missie. Tiny Kox meldde de assemblee dat die steun echter níet bestaat onder de Nederlandse bevolking. “Voor dit soort missies zou je ook de hoofden en harten moeten winnen van de bevolking thuis. Dat is in Nederland niet gelukt.”
Dringende oproepen werden door de NAVO aan de parlementariërs gedaan om de defensie-uitgaven flink te verhogen. Nu zitten de defensiebudgetten van 19 van de 26 lidstaten onder de volgens de NAVO noodzakelijke twee procent van het bruto binnenlands product. Overigens blijft de regel gelden dat de kosten van missies vallen bij de landen die ze uitvoeren. Nederland draait dus op voor de kosten van de uitzending naar Afghanistan.